vrijdag 24 oktober 2008

De waerelt volgens Bunter XI

Woede als wondermiddel in donkere tijden


Velen zien bruine bladeren vallen en bomen kaal worden. Anderen kijken huizenhoog tegen hun griepprik op n beginnen elk pijntje nauwgezet te boekstaven op speciale kladblokjes voor een volgende bezoek aan de huisarts, liefst op maandag. Er zijn zelfs mensen die zich in het hoofd gezet hebben, dat ze chronisch verkouden zijn.
Kortom: het gaat nu niet meer om de centen maar om het vege lijf voor zover zich dat tussen maag en uitgang, tussen long en huig of tussen de oren en boven de wenkbrauwen bevindt. Het is de tijd van de grote jammerklacht met het afnemen van het daglicht. Dagdromen van Duitse boshotels helpen niet meer.
Poolnacht
Nu ben ik ooit van plan geweest naar de noordelijkste universiteit van de wereld in Tromsø te gaan, waar men zich door het ontbreken van daglicht tussen eind november en eind januari in de poolnacht, heeft toegelegd op de bestrijding van winterdepressies. Heel Noord-Scandinavië staat bekend als natuurlijk verspreidingsgebied van deze aandoening en men zet daar ‘lichttherapie’in met veel succes. En overigens slikten ook in Nederland in 2007 al bijna een miljoen menen medicijnen tegen depressie. Elke dag goed kunstlicht in de ogen is voor de Noord-Noren een probaat middel. Deze behandeling, die men in het Noors Luussterapie noemt, foneties gespeld uiteraard en uitgesproken met de nadruk op de úu'-klinker en de 'a' , gaat uit van de theorie dat de stof serotonine een sleutelrol speelt bij de aandoening. Serotonine is een signaalstof in gebruik in zenuwbanen in lichaam en hersens bij in het algemeen de lustbeleving. Dat kan over seks gaan, maar ook over gewoon plezier en opgewektheid.
Serotonine
Teveel natuurlijke duisternis lokt depressie uit, omdat daglicht, dat via de ogen het lichaam binnenvalt, een natuurlijk sein is aan ons systeem om als de wiedeweerga de opwekstof serotonine aan te gaan maken om ons innerlijk telegraafsysteem weer op scherp te zetten. Sta op is de boodschap, ga aan de gang, werk aan de winkel, lachen, joh. Enz. Te weinig licht in de ogen, te weinig serotonine in de bedrading en daar ga je. Er overvalt je een gevoel van extreme uitputting, waar je normaal uitgeslapen en opgefrist naar de pisbak zou rennen om je dag klaterend en sissend te beginnen. Mijn D-reis ging niet door omdat mijn toenmalige werkgever de relevantie er niet van inzag, afgezet tegen de kosten, uiteraard. Een gemiste kans, want in het hoge noorden is door de poolnacht en iets meer naar het zuiden het korter worden van het daglicht het vaak voorkomen van depressies toch wel een groot probleem.

Depressief met Vincent van Gogh

Ik heb de twijfelachtige eer uit ervaring te spreken. Een keer of vier in mijn leven is in mijn systeem een depressie binnengeslopen. Uiteraard ben ik enigszins bipolair van aanleg. Dat betekent, dat ik in vroeger tijden zogenaamde manische dagen had, super dagen, waarop ik twintig dingen tegelijk kon doen, maar ook offdays, waarop ik tot niets kwam. Voor iedereen een normaal verschijnsel tot op zekere hoogte, maar als het structureel je leven binnenkomt heb je om de zoveel jaar een fantastisch probleem. En vreet het door tot in het extreme angststadium, dan breekt de hel los! Deze aanleg en aandoening heeft gelukkig zijn tanden op mijn geestelijke taaiheid en ervaring stukgebeten. De jaren hebben mijn aanleg langzaam afgesleten, vermalen. Een echte depressie is een van de ergste aandoeningen, die er in het boekje staan, hoewel er objectief voor de medische onderzoeker en fysiek ingestelde behandelaar nauwelijks iets aan de hand is. “Had je je been maar gebroken”, verzuchtte vaak een van mijn huisartsen, als ik weer eens zielig zat te snotteren in zijn spreekkamer. “Dan ga je toch gewoon dood!”, voegde mij een stokoude psychiater ooit toe.

De deprimerende herfst: licht is de factor!

Daarom mag u de tip tegen de herfstdepressie, zoals die hier nu volgt best ter harte nemen. Het is een onmiddellijk werkend middel, dat helemaal niks kost en waarvan het effect enige dagen kan aanhouden. Probeer het, maar kijk uit met boosheid op echte mensen in je omgeving gericht. Boos worden op jezelf kan ook, maar met mate!
Razend
Hier komt het probate middel, dat ik iedereen mag aanbevelen: jezelf eens furieus kwaad maken. Zo kan ik razend worden, als ik zie dat er nu mediatypes alweer met duizend euro, zogenaamd van hun eigen geld naar de beurzen rennen om aandelen te kopen, terwijl de inkt van de miljardendeals nog niet droog is en de financiële wereld nog amechtig nahijgt. Aan dit soort operaties worden weer centimeters ruimte gegeven en minuten tv. Enkel en alleen om de kleine man of vrouw weer zo gek te krijgen de zuurverdiende spaarcentjes in een bodemloos vat te kiepen. Zap door, mensen; leg weg die krant! Beleggen is alleen voor stinkerds die toch teveel geld hebben! Niet doen, dus!
Zo, dat is beter dan de beste griepprik en het dito antidepressivum!

Bunter


Deze openhartigheid is eerder in verkorte vorm verschenen in Zondagsnieuws van zondag 19 oktober al de column Úitzicht op...' onder het kopje 'Griepprik'

Chinees Dagboek deel XV





Chinees dagboek, deel XV

(zhōng)(guó) ()()()(shí)()()(fen)

Met Bunter op weg naar Beijing! XV




Midden tussen de

Chinezen komt

Dafo in beeld


二〇〇六年五月一日星期一,

Maandag, 1 mei 2006 Leshan, Jiazhou Hotel***

17.20 uur

We zijn eindelijk in een echt Luxehotel aangekomen, maar we hebben er wel iets voor moeten doen, hoor! Op de ochtend van Koninginnedag, zondag 30 mei (sic, moet natuurlijk april zijn!) vertrekken we uit ons romantisch-chaotische hotel in LiJiang in het land van de Naxi te voet naar een grote bus om ½9, op de grote weg rechtsaf bij het plein van de houten waterraderen. Ik moet nog denken aan de stokoude opa en oma Naxi, die plotseling uit het niets verschenen in het groen aan de vijver van de Heilong, de zwarte draak. Zonder iets te zeggen maakten ze duidelijk dat ze voor een paar centen (20 ) met ons op de foto wilden. Ine vrijwilligt. Intussen rijden we met en ervaren chauffeur het gebergte in tot duizelingwekkende hoogten. Het zijn duidelijk de uitlopers van Hymalaya waardoor de Jangtsekiang stroomt; op Wybe's kaart staat Jinsha-rivier, maar de chauffeur zegt Jangtsekiang. Net zoals ik op de terugweg van het Heilongpark in LiJiang de nam van Mao in het Chinees kopieer van een van de weinige grote standbeelden in dit enorme land op Mao-square:

毛泽东 Mao ze Dong + 80976 2e karakter; 3 druppels. Zo kopieer ik bij de eerste fotostop ook een paar enorme karakters , uitgehakt in de bergwand, waar vrachtauto’s als piepkleine dinkytoys over een weg naar en van de mijn rijden: 水保 Echt iets om uit te puzzelen in mijn nieuwe woordenboeken die ik in Beijing ga kopen. De dieptes in dit gebergte worden al maar ijzingwekkender, de vergezichten ook, net als de bochten. Het wordt Ernst van Raalte allemaal te veel. Na zijn Tiger Leap Gorge uitspatting van zaterdag 29/4, moet hij krijtwit de bus verlaten en zijn ontbijt uitbraken langs de weg voor het front van de troep. Al na een nuurtje. Hij heeft de hele dag niet veel meer te missen, ocharme. Gelukkig overkomt het ons niet , want ons laatste ontbijt was heerlijk bij Don Pappa, het eerste Franse restaurantje dat we in het grote China tegenkomen en waar we de laatste avond in popperig Lijiang een heerlijke Spaghetti Bolognese (Ine of course) en ik een voortreffelijke pizza (Meat lovers) met 4 soorten vlees savoureer. We nemen geen toetje. Ik drink wel een Jack Daniels Wiskey van te voren als aperitiefje. Het ontbijt twee spiegeleieren, croissantjes, jam en weer heerlijke thee, is van hetzelfde niveau. Verder gaat het en we ontdekken dat we in het steenkoolgebied van China terecht zijn gekomen. Steeds meer blauwe vrachtauto’s op de bochtige weg, die onze chauffeur vaak behendig weet in te halen. Niet meer dan twee of 3 noodstops zijn nodig om ons veilig door de bergen te brengen. We zijn om half negen vertrokken, een uur later, omdat Wybe een niet zo beste annonce had, We moeten met de hardsleeper naar Emeishan, omdat onze lokale agent een fout heeft gemaakt. Veel reisgenoten vinden het niet leuk: slapen in een warme, propvolle coupé-trein met zijn drieën boven elkaar en met weinig bescherming voor lijf en goed . òaar eerst moeten we in Panzihia, een lelijke industriestad met veel mooie bruggen over de rivier en fel-oranjerood bloeiende flamboyantbomen, nog zien te halen. De catering is een klein probleempje. De chauffeur zet ons af bij een vies wegrestaurantje. Iedereen schreeuwt om koffie, maar dat is er in de binnenlanden niet. Ik koop een flesje cola en ik krijg een kartonnen bekertje thee van groene blaadjes voor nop erbij. Ik vraag naar de naam van het gehucht en de dochter van de eigenaar schrijft voor mij in mooie karakters de naam op Yǒng shì, zo hoor ik Joengshuh: ? Uitzoeken thuis dus. Om kwart voor twee treffen we een mooi restaurantje voor de lunch. Christiane Erens grijpt onmiddellijk naar de sigaret en probeert naast me te komen zitten en roken tijdens het eten. Jij bent ook een roker zegt ze tegen mij. (Mijn laatste sigaartje – Hajenius-bolknakje – dateert van zaterdagavond in Lijiang op de omgang rond de kamertjes op de eerste verdieping, lezend in Wilde Zwanen bij schemerlicht en duisternis en de verhalen. beneden in het hofje horend over de Tijgerkloof, hoe koloniaal toch, levend als God in China, als pang laowai!) Christiane wordt Hollands bot door anderen naar buiten verwezen en we lunchen voortreffelijk met spinazie, vis, kip, rundvlees. En het is te merken dat we in de hete Sichuanstreek van China zijn: veel dingen zijn erg pittig, lā heet dat op ze Tsinees. Onze laatste stop is een plaspauze in the middle of nowhere. De dames in ganzemars tussen grote kippen en eenden door naar een schone plaswc. (Zoals die bij de buren van het Tibetan Lama House in Lijiang, waar een grote gele brief hing met zwarte letters: No shitting in this toilet. Ik heb zelf een ‘p’ geschreven boven de ‘h’: no spitting. Want dat is toch wat veel mannen en vrouwen hier nog steeds in het openbaar onbeschaamd en openlijk doen: hun keel luidruchtig schrapen en dikke fluimen of kwalsters uitspugen. Zoals ze ook heel lief zijn voor hun werkelijk schattige kabouterkindjes met hun kruisloze broekjes en blote piemeltjes.) Ik wordt beknord door Wybe omdat ik als laatste in de bus ben na een gesprekje met zijn opa en kleindochter en het plukken van mispelbloesem en grote mimosapeulen (3) voor de chauffeur. Het lot slaat terug. Annerl uit Oostenrijk die een paar flamboyantbloemen voor haar man Bert plukte en in een half flesje water bij Wybe in de bus als verrassing in bewaring gaf voor haar jarige man, ziet dat flesje plotseling omkukelen in Wybe’s reisrugzak met papieren en reisapotheekje. Wybe verliest zijn zelfbeheersing en gromt van woede twee keer. Hij sopt zijn rugzakje uit en gooit zoveel mogelijk natte spullen weg. Alleen zijn naaste buren merken er iets van. Ja, we halen de trein om 19.30 uur, hebben nog 12 minuten over en dan hebben wij met nog 3 of 4 andere reisgenoten noch (sic!) avondeten gehad voor 85 in totaal in een chique restaurant bij het station.


Foto: 0 privacy in de hardsleeper, maar heel gezellig voor Chineessprekenden!

In wagon 4 strijken 4 mensen neer, In wagon 5 11 midden tussen de Chinezen. Er is 0 (dubbel onderstreept) privacy, maar wel volop contact met veel mensen. Ik laat mijn Chinees weer los met succes. De 15-jarige Wáng Shì qí, die zichzelf Michael noemt of Mikel op ze Engels legt uitgebreid contact met zijn oom (vaderskant) erbij. 王诗棋 Wáng shī qí zo stelt hij zich voor in mijn boekje. Steenkooldagbouw, en geitenhoeders en runderherders. Het laatste deel van het landschap allemaal rokende schoorstenen.


Foto: Steenkooldagbouw: een smerig bedrijf.

23.40 uur Leshan van fabrieken, koolmijnen en zelfs steenkoolwinning in dagbouw uit pikzwarte heuvels en hellingen. We zien soms ook geitenhoeders en runderherders.


Foto: geiten met hun hoeder

De treinreis in de hardsleeper is een interessante ervaring. (in de marge een primitief tekeningetje van de indeling van een coupé tussen gangpad en raampje) We zitten weliswaar bij elkaar met zijn elven in twee coupé’s maar wel midden tussen de Chinezen. De paniek slaat even toe als er plotseling een Chinese vent op mijn bovenste bed kruipt en gaat slapen. Dat is niet de bedoeling van ons, maar uiteraard heeft hij wel het goede kaartje rood met de aanduiding shāng voor boven, terwijl onze reisbegeleider denkt dat de kaartjes (xià) met ‘boven’ zijn. Niet dus. Ik verhuis na verontschuldigingen naar het midden want we hebben maar 5 plekken in die coupé. Shī qí verricht nuttige tolkdiensten. Het slapen gaat niet echt geweldig. Het is warm in de coupé, (niet heet!), de ventilator is uit en de gangraampjes moeten dicht en af en toe komt er een urinewalmpje uit het smerige toilet langs. Een poep- en piesgat voor 10 x 6 mensen! Ik hoef er gelukkig maar een keer uit; Ine 3 keer. Toch redelijk gebroken en na een gek ontbijt in de trein met pittige noedelsoep (groen) stopt de trein tegen negen in Emeishan. Onze gids Cheng (±35) brengt ons naar het hotel maar bakt er in Leshan niet veel van. Hij is als ‘beschaafde‘ Chinees niet opgewassen tegen een ongeduldige Wybe. Hij beheerst zijn Engels niet echt, wil meer van ons over Holland weten dan hij ons over Leshan kan vertellen. Vreemd. Zit wel goed in zijn karakters. Hij vertelt ons over de verschillende afbeeldingen van de vrouwelijke Boeddha die een soort Sterre der Zee-functie voor de vissers heeft rond Leshan.


Foto: Dafo, gezien vanaf het water.

Maar hij kan niet uitleggen dat Dafo (Tafo of tafu) de grote Boeddha is. De planning wordt een ramp in dit Boeddha-park. We moeten eerst tig trappen omhoog om bij de kop van B. te komenen als we dan even rondkijken daarboven alvorens af te dalen, heeft er zich een rij van duizenden Chinezen voor de trap gevormd die allemaal honderden meters lang, met het smalle trapje naar beneden willen. Wij bekijken de oudste tempel ter wereld, lezen de goede Engelse uitlegborden en dan valt het besluit om voor 50 p.p. extra een speedboot te nemen over de rivier net voor de kolos van de Boeddha. Dat beld maakt indruk, maar mooi is het niet. De Chinezen blijven in de zon uren in de lange rij staan. Wij niet: de speedboot brengt ons naar de stadskant en daar nemen we voor hele 10 de fietstaxi of bedjajah. Ha Ha. Om ½4 terug en dan tijd voor schrijven en slaapjes. Het was een vermoeiende dag na een trip in dat hardsleepertreinbed . Welterusten (00.20 uur)

Bunter


Toelichting: geen toelichting, behalve dat in deze aflevering van het reisverhaal mijn Chinese schrijfkunst hapert en ik zelfs nu niet meer kan reconstrueren op plekken om welke karakters het ging/gaat. Dat irriteert me.

B.


zaterdag 18 oktober 2008

De Waerelt volgens Bunter X




Over echte stinkberen



Ik heb nog eens een keer de Internet-filmpjes over de val van de Berlijnse muur op die gedenkwaardige donderdagavond 9 november 1989 bekeken. Ik krijg weer een brok in mijn keel van die uitzinnige blijheid. En nu nog net geen twintig jaar na datum? De mensheid kan het kennelijk niet stellen zonder tegenstellingen op de wereld. Nu het rode bolwerk in elkaar geschrompeld is tot kampen als Cuba en Noord-Korea, nu heeft ook het kapitaal-systeem zijn glans verloren en stort in elkaar. Zoals de mooiste diamant het best tot zijn recht komt op diepzwart fluweel, zo kunnen de kapitalisten niet zonder die communistische stinkberen achter prikkeldraad en muren.

Donsveertje

Die stinkberen zijn niet al die menen die verschrikkelijk geleden hebben en nog lijden. Dat zijn natuurlijk de communistische machthebbers, vooral de types als Mao Ze Dong (Donsveertje straalt naar het oosten) en Stalin alias Iosip Dzjoegasjvili. Mao ontwikkelde zich van simpele boerenzoon uit het zuiden van China tot een van de wreedste dictators, die bij zijn dood in 1976 rond 70 miljoen landgenoten de dood had ingejaagd.


Foto: het jonge Donsveertje

In ‘Mao, het onbekende verhaal’ ontmaskert de schrijfster Jung Chang de keiharde, niemand- en nietsontziende Mao in 800 pagina’s. Een dikke pil, maar verplichte kost voor iemand die echt wil weten hoe het dus echt NIET moet.

Op deze foto is Veertje nog jonger

Mao was vooral ook een letterlijke stinkbeer, omdat hij zich nooit waste en maar heel zelden zijn tanden poetste, aldus Chang. Zijn hobby om in rivieren te zwemmen en af en toe een baantje te trekken in zwaarbewaakte privé-zwembaden bij zijn talrijke villa’s in het land leverde wat dat betreft maar weinig compensatie op. En toch had deze 'reukerwt' met zijn stinkende bek vol rotte tanden heel veel seks met veel vrouwen. Hij was er zelfs verzot op. Wat al die vrouwen van hem vonden is nergens terug te vinden. Mao regeerde volgens Jung vaak vanuit zijn onfrisse bed. Dzjoegasjvili (1878 -1953) ontwikkelde zich van mishandeld armeluiskind, onderdeur met zijn 1.65 meter en seminarist in Georgië tot een regelrechte wreedaard die tijdens de Grote Zuivering miljoen mensen om het leven liet brengen.


Iosippie Dzjoegasjvili, heel jong met een gekwelde gezichtsuitdrukking

Zijn handen stonken naar het bloed van velen. Zo kunnen in oorsprong normale mensen monsters worden, totaal in hun tegendeel verkeren. .

Bermbommen

Wereldhoofdagent George Bush heeft een nieuwe uitdaging en kennelijk broodnodige tegenstelling in de agressieve Islam gezocht, maar hij loopt nu vast in de rotsige bodem van Afghanistan en het hete zand van Irak, allebei vol bermbommen.

Als we nu eens die woeste baarden volstrekt negeerden en op zoek gingen naar een veel ‘betere’ tegenstelling op de wereld? Waarom pakken we de kloof arm-rijk niet aan te beginnen met onze eigen beschamende, maar helaas broodnodige voedselbanken? Stoppen met wapenhandel, vechten en patrouilleren en al het geld dat overblijft bijvoorbeeld in het omgekeerd inpolderen van de Sahara steken en in een soort microkredieten om het straat-arme tweederde deel van de wereld op te starten. De Sahara en de Kalahari kunnen groen worden met sloten en koetjes, echt. En auto’s, treinen en fabrieken kunnen gewoon op water lopen. Als we willen…

Stresskonijnen

Het lijkt een filosofisch probleem, maar wie de loop van de geschiedenis totnutoe bekijkt, ziet dat het niet zonder tegenstellingen gaat. Altijd is iemands dood eens anders brood en vaak ook komen mensen tot de beste prestaties onder verschrikkelijke stress. Zo blijken degenen, die wij voor geniale mensen houden vaak monomane, gestoorde stresskonijnen te zijn met een idee fixe. Het adagium ‘Rust roest’ ervaren velen als drijvende kracht achter hun handelingen. Misschien gaat de wereld wel gierend van de lach ooit aan pure vlijt ten onder. Ik verafschuw dat zoeken naar tegenstellingen, die fanatieke verbetenheid, die de Amerikanen zo vaak als leadership de hemel in prijzen.

Deze gedachten maken me redelijk doodsbang, want stel dat iedereen op deze ruimterots zijn natje en zijn droogje heeft elke dag en tevreden is? De ideale toestand. Wat moeten we dan? Ik geloof nu echt, dat we niet zonder enige ellende en angst kunnen. Maar wel zo weinig mogelijk, graag. Laten we daarom toch flink blijven kankeren en schelden en zeuren. Dat is zoooo lekkerr.

Bunter

Deze wanhopige overdenking is eerder in sterk verkorte vorm gepubliceerd in Zondagsnieuws van zondag 12 oktober 2008.

Chinees dagboek, deel XIV

Chinees dagboek, deel XIV


(zhōng)(guó) ()()()(shí)四(sì)()(fen)


Met Bunter op weg naar Beijing! XIV





873 stenen treden

op en ook weer af



Dus: 二〇〇六年四月二十九日

星期六,

2006, april, dag 29, zaterdag 22.30

Kamer 80202 van het Lishuijinsha-hotel in Lijiang. 丽水金沙客栈. Betekent zoiets als ” Waterput bij de boom” aan het beeldmerk te zien. De moeilijkste hotelnaam totnutoe.

Foto: Treedt binnen in 'helder water gouden zand'

Maar eerst nog even over onze laatste dag in Dali, de oude Bai-stad aan het zevende grootste zoetwatermeer van China: Er Hai. Om 11.00 uur komt een lokale gids ons, dat zijn Christiane Erens, Ernst van Raalte, Mariska Brouwer (uit Groningen-armband) en wij tweeën, halen. We moeten even tot buiten de stad lopen om onze paardentaxi te bestijgen. Ine wil in eerste instantie enkel naar de San Ta, de drie pagodes van Dali, 1000 jaar oud, denkt dat ik niet naar de kabelbaan durf, maar op het laatste moment besluiten we toch met zijn allen de berg van de Groene Jade-keten op te gaan. De arme paardjes hebben vreselijke moeite om de eerste aanloop naar de berg te halen. Hun hoeven glijden uit op het gladde asfalt en daarom zigzagt de voerman en jaagt ons beestje steeds de begroeide greppel in.

We gaan omhoog in rechte lijn in de zon, ik schat zo’n 500 meter hoger in een hangend tweezitsbankje, dat af en toe zeker 50 meter boven de grond bungelt. Soms maar een paar meter: ik zie bloeiende rododendrons en Chinese azalea’s op de helling en ook heel veel Chinese graven in u-vormige gangen de heuvel in. (tekening) We komen na ± 30 minuten heelhuids boven. Daar is een prachtig uitzichtpunt over Dali. We kopen er ook onze foto in de kabelbaan en bezoeken de zoveelste kleine tempel* (In de ondermarge genoteerd: * Zonghe Si). Er is ook thee en koffie en genoeg tijd om foto’s te maken. We zien vanuit de verte een tempelcomplex achter de San Ta en besluiten dat ’s middags ook mee te nemen. Ine is te ziek en te slap van de schijterij en gaat rusten in het Hotel. De drie pagodes, waar de paardentaxi ons weer heen brengt.

We vragen om een mini-busje, maar die uitgekookte Chinese voerlieden spelen dommetje voor 20 tot we uiteindelijk toch besluiten in hun krakkemikkige karretjes te kruipen. Achter de pagodes ligt een nog niet beschreven tempelcomplex tegen de berg op. Ik heb de naam niet opgeschreven, het complex met actieve monniken in zijgebouwen omarmt de San Ta, want je moet eerst de kloosterpoort binnen voor 121 loopt tegen de San Ta op (1x70 2x42 meter, uit 800 en ± 1000). En dan gaat het door zeker 20 tempels, grote en kleine, poorten en langs 2 tempelvleugels met telkens 500 vergulde Boeddha-volgelingen – de nobelen zie Bamboetempel bij Kunming en ook de surfers – wel 873 stenen treden omhoog tot op de derde of vierde verdieping van de laatste pagode-toren, van het balkon waarvan je een prachtig uitzicht hebt over het gehele steile complex. Pas in 2005 helemaal gereed gekomen. In de op 3 na bovenste tempel lopen gele en oudere bruine en geelbruine monniken te zingen en op gongen te slaan. Een hele processie van 15 stuks. Ze gaan ook in een vierkant voor de Boeddha staan en maken kowtows (hoofd tegen de grond.

Daar haakt Christiane met haar rokerslongen af. We zien haar niet meer op de terugweg. We missen ook de golfkartrammetjes en Ernst en ik tellen 873 treden op de terugweg. Een onvoorstelbaar mooi complex, moet miljarden gekost hebben en hoe hoger je komt, hoe minder Chinese schreeuwgidsen en kwaaktoeristen. We gaan naar huis, onze paardentaxi blijkt op ons gewacht te hebben. In ons ontbijtrestaurant zitten een heleboel bekenden; daar vallen Ernst en Mariska neer en ik ga Ine ophalen. Zij belde net met Wybe die de berg, onze berg opgerend is en weer af om onze vermissing te melden, omdat doorgerookte Christiane paniek getrapt heeft. Ze drukt net af en ik draai de hotelpoort in. Wybe weer teruggebeld. We eten heerlijk met Ernst en Mariska (steaks met paddestoelen, uien en zwarte peper) en Ine groentetjes zonder vet.

Het vertrek uit Dali is droog , maar benoorden het meer gaat het omhoog het gebergte in en het begin (sic) behoorlijk te plenzen. Onderweg zien we een ernstig ongeluk met een busje(ambulances en bloed op strraat) een auto door de roodwitte afzetpalen bij een ravijn en nog twee tegen elkaar geslipte busjes. Onze chauffeur rijdt ferm maar voorzichtig en ook het bagagebusje blijft op de weg. Onderweg plaspauze achter een enorme supermarkt vol met echte jade armbanden, flinters jade in alle kleuren als hanger en ga zo maar door. Een enorme, grote tent vol met hetzelfde. Onvoorstelbaar. Om 8.35 uur vertrokken na een surpriseparty voor Mariska Brouwer die donderdag 27 april jarig is en en prachtige tijgertaart krijgt ( kosten 60 yan! (sic)) met 21 kaarsjes. Verplicht wekken om 06.00 uur en allemaal ontbijten samen in Old Wooden House in het centrum van Dali.

Foto: Lijiangs Naxi-orkest, prachtig!

Na aankomst in Lijiang geeft Mariska een borrel in de Tibetaan van L. na afloop van een concert van oude Naxi-muzikanten (strijkers, gong, fluit cymbaal, zangsolo’s, grote gitaren, snarenbordjes, vergezeld van een lezing van een 77-jarige professor over deze indrukwekkende, ook aan de Cult. Rev. Ontsnapte muziekvorm van het Naxi-volk. Het maakt veel indruk op me, vooral de opgewekte uitstraling van stokoude heertjes (entree 140 yuan). En we dragen elk 100 Euro bij aan de pot van Wybe. De Naxi-muziek wordt zonder dirigent gespeeld. Een gonger met een tafelrek vol metalen gongetjes in diverse toonhoogtes geeft de melodie aan en telt ook af voor het begin. ± Vijf Naxi-vrouwen zingen keihard en hoog. Ik hoor van Wybe dat de Naxi-taal de enige, nog levende pictogram- of hieroglyphentaal is op de wereld. Hoe interessant!

Een romantische, want niet scherpe afdruk van een beeld uit het Zwarte Drakenpark

Vandaag, zaterdag 29 april 2006. Hebben we drie Naxi-taalboekjes gekocht, heerlijk rondgehobbeld in het Zwartedrakenpark(Heilong Tan) met prachtig vergezicht op de Jadedraak Sneeuwberg van 5600 meter, de laatste uitschieter naar het Oosten van de Himalaya (Yulong Xue Shan). We lunchen met hamburgers en frites, slapen een uurtje van 3 tot 4, doen nog leuke inkopen voor Pepijn en Mieke (zijde!) en het beste nieuws is dat Ine haar mobieltje weer vindt tussen de vuile sokken in het schoenentasje! De 5 mensen die 6 uur in de bus gezeten hebben en 3 uur getijgerd in de Leaping Tiger Gorge komen behouden terug. Anderen bezochten de befaamde dokter Ho in een naburig dorp op de fiets en dan stop ik 5 voor 12. Gauw de elektrische onderdeken aanzetten. Gedouchet ook, geschoren, tanden gepoetst en opgewekt! We gaan een nacht en een dag bussen en treinen!

BUNTER


Toelichting:

Vooral op de naam van ons hotel in Lijiang. Toen ik de naam kopieerde in Chinese karakters, zat ik in mijn eerste jaar Mandarijn. Ik ben nu in mijn vierde jaar en al iets verder in het lezen en opzoeken van karakters, omdat ik in de loop van de cursusjaren via Internet en allerlei gespecialiseerde Internet-boekhandels een schat aan ‘Chinese tools’ heb verzameld.

Zo zag de naam van ons hotel er uit: ()(shuǐ)(jīn)(shā)()(zhàn) . Het eerste karakter li in de vierde toon betekent helder, mooi of knap, vooral van vrouwen of meisjes gezegd, maar het is ook het eerste karakter van de plaatsnaam Li jiang 丽江, dat op zich weer ‘mooie, brede rivier’ betekent. Het tweede karakter shui in de derde toon (sjweehee, uitgesproken) is ‘water’. Het derde, jin in de eerste toon (hoor: dzjien) is zeer bekend, staat voor ‘goud’ en het vierde (sha, hoor sjaa, in de eerste toon) betekent ‘zand’, ook korrelig en grof. De laatste twee karakters tenslotte, ke zhan, (allebei korte vierde toon) duiden samen de aard van de zaak aan: taverne, zeg maar klein hotel met eetmogelijkheid, ook wel gasthuis. We zien dus dat het onbuigzame Chinees hier schijnbaar een aantal losse begrippen naast elkaar plaatst, waarvan de context met ons westers brein gegist moet worden. Ik zou kiezen voor: helder water gouden zand Taveerne. Of het eerste karakter voor de plaatsaanduiding Li Jiang houden. Maar dan komt shui in de lucht te hangen.

Het kan ook goed zijn dat deze vier eerste karakters samen een citaat, gezegde of spreekwoord uit de klassieke Chinese taal vormen, bekend bij veel goed opgeleide Chinezen. Ik heb het in mijn dikste Chinese woordenboek niet gevonden!

En zo blijft het heerlijk stoeien met deze mysterieuze taal.

B.

zaterdag 11 oktober 2008

De Waerelt volgens Bunter IX

Kluiven helpt mij blij te blijven

Het zal nog wel even doorgaan, dat dagelijkse mediabombardement over de financiële crisis. Ik denk dat bagatelliseren niet meer genoeg is. Mensen die blij willen blijven, moeten nu zelf stappen nemen. Denkt U bijvoorbeeld eerst deze gedachte: geld, waarmee mensen speculeren op de beurs is meestal geld dat ze gewoon over hebben. Dat geld is gewoon teveel. Het is helemaal niet erg als het verdampt, doordat de bank het uitleent aan arme mensen die geen rente en aflossing kunnen betalen. Er zijn maar heel weinig mensen die aandelen kopen met geleend geld, want dat is werkelijk met grote afstand het aller- allerstomste.
Duits hotel
Als u dit een poos gedacht hebt, komt de volgende stap: u gaat zich in gedachten verplaatsen naar een fijne plek. Bij mij is dat in de herfst altijd een Duits hotel met een mmm-restaurant, diep in een bos, waar ik na een voetreis moe aankom en waar de gelagkamer blijkt vol te zitten met oude vrienden en vriendinnen. Er stijgt een gejuich op en als het weer stil is, zing ik oerend hard een weerzienslied uit een of andere opera en iedereen zingt mee. En daarna gaan we heerlijk eten en drinken. Mijn lievelingsdis is toegetakelde kip, kalkoen, patrijs, konijn of een ander klein, overzichtelijk dier, graag in zijn geheel opgediend en niet tot boutjes of gefileerde stukjes verwerkt. Ik ben een oer-eter, dat wil zeggen een echte kluiver, die als een echte patholoog-anatoom met zijn voedsel wil omgaan. Ik wil de kippenlever uit de buikholte pulken, het hartje vinden en de niertjes. Ik wil het nekje helemaal afzauwelen, tot ik de werveltjes – het zijn er geloof ik, negen, zoals bij ieder gewerveld dier – weer als een puzzeltje op elkaar kan stapelen. Tijdens het eten leest iemand gedichten en korte verhalen, of zingt/speelt zacht een liedje, maar er is ook veel tijd om bij iedereen langs te gaan om te zien, hoe het met hem/haar gaat en is gegaan. En in verschillende verrassende combinaties zoeken we onze luxe hotelkamers op, niet om daar als wilde beesten te keer te gaan, maar wel om er na een fijne knuffel opgekruld in een heerlijke diepe slaap weg te zinken, terwijl het buiten, achter het kierende venster hevig begint te stormen, te onweren en te regenen. Ik vind nu eenmaal niets fijner in mijn eigen warme bed dan heel slecht weer buiten. Maar de dageraad moet wel helder en onbevlekt zijn. De volgende dag is gewoon een verrassing. Bijvoorbeeld dat het gezelschap wakker wordt in een totaal ander land.
Leuke berichten
U kunt vervolgens op zoek gaan naar leuke berichten tussen de rampverhalen. De ontdekking van een oud, kostbaar schilderijtje van de jonge Pieter Brueghel uit de zestiende eeuw. Voor mij deed afgelopen week het Rita-bericht alle ellende van me afglijden.
Mevrouw Verdonk moest bij Nova toegeven, dat ze vanaf 1978 toch lid van de PSP was geweest. Ze zette zichzelf voor leugenaar. Heerlijk! Terwijl ze letterlijk van zichzelf zei: ik heb me vergist. En ook dat was weer een vette leugen, Rita!

Das Kapital is een hele pil, hoor.

Wallstreet en Bush en McCain kunnen me gestolen worden, als volgende week van Geert Wilders bekend wordt dat hij onlangs echt per vergissing‘Das Kapital’van Karl Marx geleend heeft in een bibliotheek in Venlo-West. Ik verheug me er al op!
Der Junge Marx lijkt qua haardracht erg op Wilders.


Macht

Hoe mensen kunnen veranderen en vooral mensen die naar macht streven. Die denken de oplossing te hebben voor de wereldproblemen en gaan op basis van hun idee aan de slag om hun ‘ideaal’ te verwezenlijken. En dan begint het gelazer. Of je nu links, uiterst links, of rechts of uiterst rechts bent, altijd, maar dan ook altijd gaat het mis als je naar macht streeft. Als je mensen probeert te dwingen dingen te doen zonder daarbij de juiste argumenten te gebruiken en zonder open te staan voor discussie over jouw argumenten.
Kijk, daar is het vingertje weer.

Zo zie je maar: Rita, die nu met haar rechtse vingertje zwaait, is ooit PSP-lid geweest. Het zou me niet verbazen als zij het blote meisje in de wei was op dat PSP-affiche van de jaren tachtig.

Zou dit soms Rita zijn?

En evenmin gaan mijn wenkbrauwen omhoog als Geert Wilders ook een heel ander verleden heeft dan zijn positie nu aangeeft. Misschien is hij in Venlo-West wel straathoekwerker geweest onder buitenlandse jongeren en daarin mislukt, waardoor hij nu niet ophoudt te schelden op diezelfde jongeren.
Kansarmsten
Waar het om moet gaan in de politiek is het streven naar een redelijke welvaart voor iedereen en vooral streven naar hulp voor de kansarmsten. En dat ideaal kan linksom of rechtsom werkelijkheid worden. De wereld ervaart nu, dat zowel het linkse staatssysteem als de vrije-markt-droom van rechts niet toereikend is om het ideaal te bereiken. Het eerste ging failliet bij de val van de Berlijnse muur en de tweede weg dondert op dit moment in elkaar op de beurzen. Wat een verschrikkelijk cliché, maar we moeten de middenweg op. De weg van gecontroleerde vrijheid, de weg van extreme openheid en transparantie, de weg van altijd verantwoording afleggen, van argumenten uitwisselen en naar elkaar luisteren. De weg van van elkaar houden en van niet hard, maar wel voortdurend werken. De weg van behoud van milieu voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik weet absoluut honderd procent zeker, dat elke politicus op de hele wereld weet hoe het moet en wat er van hem verwacht wordt. Hij of zij moet het dan ook gewoon doen. Proberen is eigenlijk niet goed genoeg. Streven is meer. Zoals een goede vriend van mij altijd pleegt te zeggen: “Van veel proberen houd je uiteindelijk weinig onschuldige en spontane meisjes over.” Misschien heeft hij me dat wel toevertrouwd in dat heerlijke Duitse boshotel, vanachter een lang glas Hefe Weizen.

Bunter


Deze overdenking is in verkorte vorm als de column ‘Uitzicht op’ gepubliceerd in Zondagsnieuws op zondag 5 oktober onder het kopje ‘Leugenaar.’

Chinees dagboek, deel XIII


Chinees dagboek, deel XIII

(zhōng)(guó) ()()()(shí)(sān)()(fen)



Met Bunter op weg naar Beijing! XIII





Doodmoe en

dubbel verdwaald




二〇〇六年四月二十八日星期五,

Vrijdag 28 april 2006 en op donderdag 27-04-06 ook niet.

Niets geschreven op deze dag na aankomst in Lijiang. We wenden niet goed aan het chaotische karakter van het oude centrum van deze Naxistad. Ine heeft steeds meer last van diarree en heeft, net als ik een rothumeur. We lopen bv ’s middags na aankomst het van souvenirwinkeltjes overspoelde oord door, kunnen geen fatsoenlijk eethuisje vinden (Ik wil Chinees, Ine Europees ivm met haar schijterij) en als we bij Mama Fu 妈妈 enz. zijn neergestreken voor twee soorten soep, verdwalen we bij de stenen brug aan het begin van de Wǔ yī jiē (de 5-1-straat), die we helemaal aftaffelen en ook weer helemaal terug om ons tenslotte nog eens bij het bakkertje te verlopen en het stadsplattegrondje, waarop je je niet kunt oriënteren omdat het een veel te klein gebiedje bestrijkt.


Bij de foto: Er zijn best goede herkenningspunten in Lijiang, zoals deze mooie waterraderen en het is een prachtig stadje van de Naxi (spreek uit: Nassie), maar we waren zo moe, dat we het allemaal niet zo goed meer zagen.

We zijn op de helft van onze Chinese reis en zijgen laat in de middag redelijk doodmoe neer in onze hotelkamer in een toch wel zeer romantisch en verstopt hotelletje, even chaotisch van indeling als Lijiang zelf met 10 vleugeltjes van twee verdiepingen rond binnenplaatsjes vol paarsols en grote bakken met benjin of – jing-planten, bonzai (sic) op zijn Chinees. Er bloeien op ons plaatsje prachtige gele Cymbidiumorchideeën met een donkerrode tip van de lip. Dit alles schrijf ik dus op op zaterdagavond, 29 april in kamer 80202, ons afgestaan door die goede Wybe, omdat onze eerste 80102 geen water had en heel smal was tussen bed en schrijftafel.

Bunter


Er is geen toelichting


zaterdag 4 oktober 2008

De Waerelt volgens Bunter VIII




Herfstbladeren op melamine

De chemische structuur van melamine


Iedereen kent deze dooddoener: je kunt wel steenrijk zijn, maar als je niet kunt poepen...
Korter kan ik niet duidelijk maken, dat mensen twee grote angsten kennen: de angst voor armoede en de angst voor langdurige, pijnlijke ziekte.
Het moet deze aanleg zijn, die ervoor zorgt dat de wereld vandaag de dag op zijn kop staat. Vanuit het westen probeert het kredietschandaal een voet tussen de deur te krijgen als een brutale colporteur zonder IDkaart. En vanuit het oosten probeert de giftige melaminemelkplas als kwelwater onder een onversterkte dijk door te sijpelen. Vier dode kindertjes, 13.000 in het ziekenhuis, 104 kritiek.
Woede
Wat mij helemaal van mijn stuk bracht was de ontsnapping enkele weken geleden van 26 ton melamine uit een opslagloods bij Chemelot/DSM. Terwijl in China duizenden kleutertjes en baby’s lijden aan melamine, zegt een woordvoerder van DSM: de stof is niet giftig en ook niet schadelijk voor het milieu. Toen ik dat las, ben ik bijna uit pure woede opgehouden met eten en drinken en kon ik mezelf nog net weerhouden om mijn bank opdracht te geven mijn aandelen in de chemische industrie van de hand te doen. Bijna was ik ook in crisis geraakt.
Ik zie hebzucht als grootste oorzaak van ellende en die hebzucht wordt natuurlijk gedreven door angst voor armoede.
Misschien is angst nog een diepere factor of het omgekeerde: verkeerde inschatting van risico’s, de klassieke overmoed. Nu is het zaak onze geestelijke balans weer te vinden. Ik zou mijn lezers daarom het volgende willen toeroepen: laat je door niemand gek maken. Kalmte kan je redden zei mijn moeder José zaliger. En denk eraan: binnenkort worden alle boombladeren bruin, geel en rood en vallen op de grond. Schrik nou niet, want dat is echt doodnormaal, hoor! Vorig jaar is het toch ook herfst geworden.
Wreed aplomb
De mensheid lijdt het meest door het lijden dat zij vreest. Dat is eigenlijk de boodschap met het advies kalm te blijven. Maar wat zo’n zegsman van DSM uitkraamt is natuurlijk het andere uiterste. Met pure academische arrogantie en met het wrede aplomb dat een grote multinational zich denkt te kunnen permitteren, kwaakt die man daar dat melamine niet giftig is en ook niet schadelijk voor het milieu. Eigenlijk zou de betrokken journalist van het dagblad hebben moeten repliceren: beste mijnheer de zegsman van DSM zou u om uw stelling aan te tonen eens een glaasje water met melamine willen drinken of er een hapje van eten? Misschien dat die man dan op het idee gekomen, dat melamine alleen dan niet giftig is, als het enkel en alleen op straat ligt en wel op plekken waar geen kinderen spelen.
Journalisten
Maar ja, ik wil absoluut niet generaliseren, maar er zijn journalisten die als spreekbuis functioneren en die al blij zijn als ze iemand met een soundbite of een paar zinnen commentaar aan de draad gekregen hebben. En waarom lezen wij niets over aard en toepassing van melamine? En doorvragen was ook mogelijk geweest. In 2005 kwam het bericht naar buiten dat DSM Melamines een joint venture is begonnen met een zeer groot olieconcern in China, de China National Offshore Oil Corp Chemical Ltd om samen op het eiland Hainan, helemaal in het zuiden voor de kust van China, de grootste melamine-fabriek ter wereld te bouwen met een capaciteit van 120.000 ton per jaar. Die fabriek zou in 2008 in productie komen. Hoe zit het daar dan mee en neemt DSM maatregels om misbruik van dat spul tegen te gaan? In het Chinese persbericht over deze plannen staat alweer dat melamine ‘poisonfree’ is, gifvrij. De afschuwelijke feiten hebben nu wel het tegendeel bewezen in China zelf. Zou het ook niet eens tijd zijn, mister DSM, om de reputatie van jullie melamine eens goed tegen het licht te houden en naar nieuwe bevindingen te handelen? Je moet wel even zoeken via Google als journalist, maar dan kun je al deze vragen stellen. Gifvrij en ongevaarlijk? Voorlopig en vooralsnog: MIJN ZOLEN!
Melamine is de basisstof voor een kunsthars waarmee heel veel materialen van mooie gladde en sterke coatings voorzien worden.
Heel onze omgeving is doortrokken van melamine, maar gelukkig in een inerte, een niet-actieve vorm. Ik denk dat de moderne mens niet meer zonder melamine kan, maar daar staat tegenover dat er over melamine geen rabiate onzin verteld mag worden, wanneer in het verre oosten misdadige versnijders van producten fatale oplossingen voor het afdekken van hun bedrog verzinnen.
Ik kan er zo woedend over worden. Giftigheid wordt bepaald door de dosis, zegt de Zwitserse geneeskundige Paracelsus uit de zestiende eeuw. Zo kun je van helder water doodgaan als je erin verdrinkt. Meestal zeggen we dat stoffen, die in heel kleine doses schadelijk zijn, giftig zijn. En de giftige dosis van melamine blijkt te variëren naar de leeftijd van de getroffen personen. Het effect op baby’s is veel ernstiger, dan de chronische effecten bij volwassenen.
De Zwiterse geneeskundige Paracelsus uit de zestiende eeuw

En tenslotte mijn eigen verbijstering elk jaar. Al dat boomgroen dat afval. Al die botanische zonnecellen die bij licht zuurstof, zuurstof en zuurstof produceren en waaraan het ‘hogere’ leven zijn bestaan dankt. Op het noordelijk halfrond sterft afgezien van de naaldbomen en de hulst nagenoeg alle groen af. En toch blijft er genoeg zuurstof voor ons allen in de atmosfeer. Ik zie aan mijn notenboom de knoppen zitten, die over zeven maanden in april weer uitlopen. Diep in die knoppen zitten nu al alle bladeren voor een heel seizoen. In kiem en heel klein opgevouwen. Heerlijk idee.
Bunter

Deze uitval is op zondag 28 september in verkorte vorm verschenen in Zondagsnieuws als de column 'Úitzicht op'met als kopje 'Bladeren'


Chinees dagboek, deel XII

Chinees dagboek, deel XII

(zhōng)(guó) ()()()(shí)(èr)()(fen)


Met Bunter op weg naar Beijing! XII



"Het oosten is rood en

mijn onderbroek ook"



二〇〇六年四月二十六日星期三,大理。

Woensdag 26 april 2006, Dali,

21.55 uur Huanyinghuanlin Hotel.

Een lange, leerzame dag over de achterkant van China de Volksrepubliek. Gisteravond in een mooie winkelstraat van Dali heb ik voor de eerste keer op straat een Chinees woord verstaan. Er kwam een klein meisje met haar familie uit een zijstraat. Ze zag me lopen en zei “lǎowài” : buitenlander. Ik draaide me naar het gezelschap toe en zei: pàng lǎowài: dikke buitenlander. Ze reageerden wat bestürzt over zoveel oprechte zelfspot, maar een lachje kon er wel van af. We zagen ook een vrij jonge kerel voor een publiek van 20 tot 30 Chinezen op en klein bordje getalraadsels schrijven met een clou. Hij leek een soort vrolijke wiskundeleraar, maar haalde geen geld op. Een merkwaardig tafereel, waarin ik niet echt kon doordringen vanwege de taal.

Vanochtend om 9.00 uur weg. Per busje naar een plek buiten Dali om vier aan vier in 3 of 4 paardentaxi’s over te stappen, elk door een knol getrokken. Om half tien zijn we in het Bai-dorp Xishuo (x i s h u o) * (in de bovenmarge staat: *Xishou is de naam.) Zo versta ik en we worden losgelaten op een grote markt. Veel groenten in zijstraten en pleinen maar ook veel non-food-spullen en bovendien zeer zeer hardnekkige dames met prullaria die very old zouden zijn. Op mijn puyong xiexie reageren ze verbaasd en uit het veld geslagen: ze herhalen de woorden enkele keren voor zich uit en dampen dan af.

Een Bai-meisje in Dali in prachtige klederdracht. Zo zal onze gids Wang Xiao Yun er misschien ook op zondag uitzien.

Onze nieuwe gids heet Wang Xiao Yun (王小云), een Bai-vrouw uit Dali met een echte Chinese naam die je zou kunnen vertalen met Kleine Wolk de Koning. Zij voert ons vervolgens door de straten van genoemd dorpje en vertelt ons heel veel details van de achterkant van China, b.v. waarom zoveel mensen een groot honingraat-motief op een blinde muur van hun huis laten schilderen. Om de sociale cohesie binnen het huis te benadrukken. Zij wijst ons ook op kapotgeslagen of verwijderde Chinese () deurleeuwen ten gevolge van de beruchte Culturele Revolutie door Mao’s Rode gardisten. Dan is er de afgebrande Varkenstempel, waar van boeren gekochte varkens op boeddhistische wijze geslacht werden zodat hun vlees op de markt ½ yuan duurder verkocht mocht worden. We horen ook over de bonnentijd en over dat er in 1980 nog maar 10 winkels waren in D. en nu 3000. Er lijkt donkere paardenstront op straat te liggen, maar mevr. Wang waarschuwt ons. Dat zijn verbrande kruiden en takjes die eerst bij een zieke zijn verbrand om in te ademen, zegt ze. Is hij na 3 dagen nog niet beter dan gaat de zooi op straat in de hoop dat iemand erop trapt en zo de ziekte meeneemt. We bezoeken ook de Binnenhof van de familie Yin. In het straatje hangen voor een of andere film draken van piepschuim: Daliwood! We horen ook over de verschillende levens- en doodskleuren van de Nieuwjaarsbanieren op de kozijnen van de huisdeuren. Blauw is: oma is dood en wit is “ouders zijn doodgegaan.”. We horen ook over het verbod om met kranten de kont af te vegen, omdat voorzitter Mao zo vaak met zijn foto de pers haalde en het natuurlijk niet de bedoeling was om met zijn beeltenis je gat af te vegen. Daarom kwam er het speciale, witte toiletpapier in grote vellen. Normale huizen hadden 30 jaar geleden op het platteland geen wc. Je ging op je eigen emmer en gooide hem buiten leeg.


Foto's: Boven het Er Hai-meer vanuit de lucht en daaronder vanaf het water de boot, waarmee we overvoeren.

We steken per boot het meer over en lunchen aan boord met groenten en rijst in een wit piepschuimen bakje. Weer storytime met Xiao Yun en weer een ander verhaal. (270406 22.00 uur) Aan de andere kant van het meer komen we aan in Wase en ook daar horen we de verhalen van hoe de communisten het privéleven van de boeren proberen te infiltreren. Bv met de tien sterren-actie. Voor elke de partij welgevallige actie of een goed antwoord op een vraag krijg je een ster en als je in een jaar 10 sterren haalt, krijg je 300 yuan extra (30 Euro!) Negen sterren staat voor 20 Euro (200 yuan) en 8 voor 100 yuan. Daaronder nul komma niks. We gaan van de boot met paardjes naar Wase en rijden daarbij als dorser over uitgespreid graan en dikke bonen, gedroogd. Overal staan vrouwen het kaf van het koren te scheiden in grote platte manden door te wannen in de forse wind.

Foto: Op de markt in Wase.

We zien her en der ook een dorsvlegel van een bezemsteel met en vlegel van 2 dikke bamboes. Tenslotte komen we staande in de achterbak van een kleine, blauwe vrachtwagen (el camion para Felicidad!) in het dorpje Xiǎoshang aan.

Door een wat onhandige manoeuvre van de chauffeur komt mevr. Wang in het gras en onkruid langs de weg ten val. Met beide fraaie benen omhoog kiept ze om en ons gezelschap ziet een zeer korte glimp van haar mooie roodzijden ondergoed. Een redelijk gênant incident, zeker voor een oosterse dame, maar Xiao Yun redt er zich uit met koelbloedigheid en een geweldige ad-rem-opmerking: Niet alleen het oosten is rood, zegt ze, verwijzend naar het begin van het Chinese volkslied, ook het zuidwesten, Yunnan, en zoals jullie misschien gezien hebben, ook mijn onderbroek. Ook al hebben we soms kritiek op ons systeem. Haar commentaar wordt met hartelijk gelach en bewondering ontvangen door onze groep. In een klap maakt Wang tai tai hier een definitief einde aan de generalisatie dat alle Chinezen heel erg beducht zouden zijn voor gezichtsverlies, zich veel te snel zouden schamen en generen en zelfs een kort lontje zouden hebben. Goed zo, Wang Xiao Yun! 好极了,王小云!

Intussen heb ik Dille, IJzerhard, Kaasjeskruid en Hennep en Alcea in de berm zien staan. Op het dorpspleintje ontmoeten we de oude mannen en vrouwen. Een opa deelt in kleine blauwporseleinen kommetjes felgele thee uit: echte uilezeik en wij bekijken de plaatselijke taoïstische tempel met geen Boeddha, maar zes vergulde goden op een rijtje en een duivelverschrikker op een valse kat. We ontmoeten ook Opa’s vierjarige kleinzoon Li Ying Lun (李英伦) die een ijsje eet na een brulpartijtje en verder weinig notie neemt van de laowai. Tenslotte een lawaaierig schooltje met kinderen op speelkwartier , een rinkelende bel en een les, waarbij Annerl op de stoel van de meester gaat zitten tot diens ongenoegen! Het laatste adres is een primitief ziekenhuisje waarbij en blote-voeten-dokter de pantomime van een bevalling naspeelt. Hij is zeer ervaringsdeskundig met 20 bevallingen per jaar en voor de 1-kind-policy (1980) wel enkele honderden. Dan weer op de bus en de boot en ’s avonds een typisch Bai-diner in een plaatselijk restaurant. Het eten is heel gezellig, maar wel erg vet en zwaar en zout met heel veel pittig rundvlees. Ine raakt weer behoorlijk aan de slinger. Morgen meer over donderdag 27 april zoals de kabelbaan en de 3 pagodes ten noorden van Dali.

BUNTER


Toelichting:

In verband met de persoonlijke veiligheid van enkele personen in de groep, zijn een paar details van dit verslag verzonnen. Excuses!

Dit voor mijn doen korte stukje is doorspekt met Chinees. Dat spijt me, maar ik kwam er steeds beter in en daarom realiseer je je niet de enorme taalkloof tussen oost en west.

De karakters van de Chinese namen kan de lezer gewoon voor kennisgeving aannemen. Elk karakter heeft zijn eigen verhaal en opbouw en layout en historie en daarover valt veel te vertellen, maar dat voert veel te ver. Ik wil niet iedereen mijn dagboek uitjagen met als volstrekt overbodig ervaren weetjes, waar ik zelf zo dol op ben als op bonbons van witte chocolade met koude slagroomvulling. MMM!

Puyong xie xie, (regel 19) betekent: heb ik niet nodig, bedankt. Eigenlijk buyong xie xie, maar de spelling van dit pinyin geeft geen goed beeeld van de eigenlijke authentieke uitspraak van deze zeer effectieve opmerking.

De opmerking tussen haakjes (El camion para Felicidad) is een verwijzing naar onze vakantie in Cuba (Neen, we zijn niet van plan na China ook nog naar Noord-Korea te gaan, naar Iran en naar nog andere schurkenstaten! En in de Sovjet-Unie ben ik al geweest!), enkele jaren eerder. Ik zag daar op een prachtige, warme en zonnige ochtend in Trinidad de Cuba op de Boca, een van de hoofdstraten een vrachtwagen vol mensen in de achterbak/laadklep voorbijrijden met voorop de naam Felicidad. Deze vrachtwagen, die als bus functioneerde was als openbaar vervoer kennelijk op weg naar het dorpje Geluk in de bergen bij Trinidad. De vrachtwagen naar Geluk dus. Dit is een van mijn heel krachtige vakantiebeelden in mijn visuele cortex. Er rijden in Cuba ook bussen naar Vlissingen en Amersfoort en andere Nederlandse bestemmingen. Hollandse afdankertjes voor de arme Cubanen. Bij het compliment dat ik gids Wang maak ontbreekt het pinjin: hier komt het hǎo jí le , uit Nederlandse monden klinkt het als gghauhauw dzjiehie luh, aub zonder die vreselijk schraperige Arabisch/joodse huig/keel/strot gee, maar wel een voorzichtig aangezette heerlijk zachte gee. En luh met de u van trut en niet met een oe!

B.