vrijdag 31 juli 2009

De waerelt volgens Bunter XXIV


Dies natales: Dubbel hoera
voor Bunter en zijn blog!!



Jawel, jawel: ik geef het toe: d‘oude Bunter heeft midden in deze klamme hoogzomer vreselijk zitten te suffen. Zo is de eerste verjaardag van zijn bunter-bunter-blog onvermeld voorbijgegaan op dinsdag 23 juni en Bunters eenenzestigste verjaardag op zaterdag 25 juli, feest van St. Jacobus de Meerdere alias Santiago, heeft hier ook nog geen passend saluut gekregen.
Komtattochbuntertje, jong?

In de eerste plaats voor degenen die denken op grond van hun lang vergeten opleiding dat ik tikfouten of erger nog fouten maak in klassiek Latijn. Vergeet het: de letter ‘e’ in ‘natales’ staat er echt helemaal terecht, want aan het substantivum kun je nu eenmaal niet zien of het enkel of meervoud is: dies blijft dies (klinkt heel erg Mandarijn voor zo’n extreme buigtaal als het oude Latijn), maar aan natales zie je helemaal zeker dat het om een dubbele verjaardag gaat, een meervoud voor de verjaardagen van de blog en zijn schrijver.
Meervoudsvorming
Dag en dagen is het in het standaard-Nederlands, maar let eens op de meervoudvorming in zo’n belangrijke aanvoer- en bijdraagtaal van het Nederlands als het Maastrichts: einen daag, twie daog. Het staketsel van medeklinkers ‘dg’ blijft intact; er wordt geen extra lettergreep toegevoegd om het meervoud te vormen. Enkel de klank/klinker verkleurt enigzins en blijft verkleuren, want de laatste jaren hoor je onder het Maastrichtse volk ook als meervoud van ‘daag’ het woord ‘däög’. Klinkt een beetje als deug of duig, maar dan anders en dan vooral uitgsproken in het plat Haags als de klinker in ‘buis’. Däög had al een betekenis: deugd, maar toch elk jaar rond de kerstdagen hoor je in veel Maastrichtse winkels steeds vaker de hartelijke wens ”en nog prèttige däög, hè!”.
Dat is dat.
Floron
Dan de reactie op het vraagteken. Het antwoord luidt: Bunter zwelgt in zijn hoogzomer. Het begon al meteen half juni, toen bloemenbunter zich per rijwiel richting Geleen-Zuid begaf. Op de terugweg, bergaf over het fietspad langs de autoweg ontdekte fietsbunter met zijn blik op bermscannen, vijf Rietorchissen in de ‘grup’, de gegraven goot langs het asfalt. Prachtige roze-rode exemplaren met veel stippels en een paar kleine streepjes op de lip, waarvan er drie een prachtige hoge bloemaar omhoogstaken en twee wat kleiner waren. Een regelrechte bloemenweelde. Hoewel Dactylorhiza majalis subspecies praetermissa (zondagse naam) niet echt zeldzaam is in Nederland, heb ik toch de vrijheid genomen om deze botanische vondst te melden bij de Stichting Floristisch Onderzoek Nederland (Floron) via deze website: http://www.floron.nl/ .
Bah!
Per slot van rekening is de Rietorchis beschermd. En daar heeft zo’n plant helemaal niks aan. Staat daar met zijn vijfjes schitterend te bloeien op een eenzaam plekje en laat zich door mij voorzichtig digitaal fotograferen. Maar bij een tweede bezoek, een dag of twee later: alle vijf de bloeistengels afgeplukt en meegenomen door een onbekende natuurvandaal cq -vandalen.







Rietorchissen

Ik was verbijsterd en dacht dat de planten met knol en al uitgegraven waren, maar dat bleek gelukkig niet zo te zijn bij nauwkeurige inspectie, omdat ik een verregende molshoop voor uitgegraven aarde aanzag. Maar toch: ruw afgeplukt gezien de rafelige resten van bloeistengels. Honderdwerf bah!

Geknakt, maar ongebroken
Maar zie, moedertje Natura lachte me een week later toch weer toe: ik ontdekte op een ander plekje in die buurt nog twee andere bloeiaren van Rietorchis. Een geknakt (door een kindervoetje of hondenpoot?), maar de ander ongebroken en iets verder ontwikkeld dan mijn eerdere vondst.

Rietorchis: geknakt maar ongebroken
De onderste bloemetjes zijn al verwelkt en de geribde zaaddoosjes zijn al onderweg. Deze twee aren heb ik nog twee weken gevolgd tot ze geheel verwelkt en bruin geworden zich konden gaan wijden aan totale verdroging en zaadverspreiding. Gelukkig!

Alweer Rietorchis

Duizendgulden-
En wie schetst Bunters juichgevoel, toen hij nog wat later in dezelfde berm een enorm grote populatie aantrof (vijfenzestig voetstappen lang van Echt Duizendguldenkruid, zeg maar Centaurium erythraea?
Centaurium op vaasje
In het begin van een bewolkte middag en het mag een wonder zijn dat ik deze prachtige roze sterbloemetjes, thuis in de gentiaanfamilie, überhaupt vond, want alle bloemkroontjes waren gereformeerd stijf gesloten en zelfs in elkaar gedraaid op één enkel laagstaand bloemetje na. De populatie zweemde naar rose als een stiekeme gay-pride-partij in de wei.
Roze zweem als van een gay pride
Het waren zoveel planten en Centaurium heeft geen status, dat ik de vrijheid nam een enkel stengeltje vol preutse knopjes voorzichtig af te knippen en bij mij huis in een klein vaasje vers water in de volle zon te zetten op een zuidelijke vensterbank. Ik las namelijk in de onovertroffen IVN-flora, dat Duizendguldenkruid op het heetst van de zomerdag zijn bloemkroon een uurtje lang in heerlijk rose opent en zo was het ook. Halleluja!
Hemelboom
Ach en zo gaat het maar door. Voor het eerst in drie, vier jaar bloeit de Chinese hemelboom,met prachtige gele aren tussen zijn fijn groengeveerd blad. In mijn eigen achtertuin nota bene, waar ik twee zaailingen uit Schimmert opving, gered onder de moederboom voor de oprukkende draglines bij het inmiddels gesloopte voormalige Montfortanenseminarie Op de Bies.

Chinese Hemelboom in duplo





De felgele bloemetjes hebben allemaal een paar oranje vlekjes in het hart. Een van de twee zaailingen is bezweken na een afgezeurde en ontijdige verplanting, maar nummer twee heeft zelfs het dwaas gesnoei van een tuinman overleefd en de scherpe nagels van Youpkater op zijn ranke stammetje. Nogmaals halleluja voor de bloeiende Koelreuteria paniculata.
Sabeltjes
En nog verstomt het botanisch feest niet rond mijn stulp. Ik begroet als nieuwe gasten een echte Nederlandse orchidee: de Breedbladige Wespenorchis,

Een nieuwe gast: Epipactis

vooruit Epipactis helleborine en in de herkansing tussen mijn tegels en steentjes: het Stengelomvattend Havikskruid, bekend van de oude muurwerken in Maastricht. Vandaar ook de lange naam: Hieracium amplexicaule subspec. Maastrichtiensis.

H. amplexicaule

Tenslotte heeft de Karmozijnbes zich eindelijk boven de grond gewerkt. En nu komt het subtropische toetje: een klein groepje heldergroene sabelsprinkhaantjes heeft weer de weg naar onze slaapkamer gevonden. In broeierige zomernachten springen ze vrolijk rond op onze allerdunste dekbedden. Je hoort hun sterke achterpootjes knippen al;s ze vrolijk verder springen. Ik mag ze.
Kijk dus. Mag je dan een paar data vergeten voorbij laten gaan bij al dat moois om je heen?
Tuulikbuntertjoo!
BUNTER

maandag 20 juli 2009

Bunter in ut laand vaan Sjarel de Veerde VIII en schloess



Gaw nao hoes

in

einen daahaag!




Foto: Bunter zeet Augustinus, (D'n Awwestiene) goojendaag op de Karelsbrögk



Asgoonsdeg, 10.13 oor. (goonsdeg, 25 fibberwari)

Mieh es un oor heet ut us gekos um door de spits Praahaag te verlaote. Files, stopleechte, kruuspunte, invoogstroke enz. enz. enz. De loch is noe gebroke, de zon sjeint. Ut is neet mie zoe kaaid en op sommige stökke zien de dennebuim ech greun. Ut vreugjaor. Meinstedatnoe-ech-awwegek?


Foto: Optie fameus Brögk sjiete ze diech gewoen op tiene kop, dingk heij weer unnen aandere heilige Bisjop.

14.44 oor.

Opte otobaon beij Würzburg, nog miner daan 300 km nao Kölle. Heij nörregens snie mie! De zon sjeint. Veer vare noe euver de 3 (Z-N). Ein Raststätte in de Oberpfalz beij Amberg (Nürnberg) gehad. Es ierste de wagel oet, umtot veer beij ut sjiethuiske zitte- väöraon in de reij, get gegete, gedroonke en ouch nog gezete. Veer beginne ut te liere.

Heij brik dit reisverslaag zoonder miet aof. Dao steit gei woord mie in dat donkerroed gekaf gecapitonneerd sjrif vaan Bunter Ut is schloes.

Es tsoegabe nog twie feutekes es herinnering aon Mozarts Don Giovanni, veur ut iers gezoonge en gebrach in ut Standen theater vaan Praag, boe nog e spokestandbeeld boeet steit vaan il commendatore, de door Don G. in de ierste ak doedgestoke militair.

BUNTER

Foto's: Heijoonder iers ut spook vaan den opera Don Giovanni, dat is Il Commendatore en dao-oonder de plek vaan die Welt-Uraufführung:ut Standentheater in Praag.


BUNTER in de tropen 4

Bunter tropical




De tocht naar Monte

Verde is een avontuur!




Zaterdag 8 november 2008, Monte Verde Hotel Los Cipreses in lodge-stijl.

De stekker met de vele pinnen leek het niet te doen, vrijdagavond, toen Ine voor de eerste keer haar camera-accu wilde opladen. Het kleine ledlampje werd niet groen. Bezorgd gaf ze mij het handige stekkerdoosadaptertje aan en gelukkig zag ik het meteen: er moest gedraaid worden aan de uitgangen totdat slecht zichtbare pijltjes naar elkaar wezen. Alweer een probleem ‘in the blink of an eye’opgelost. De bijeenkomst van 18.00 uur stelt gelukkig niet zo heel veel voor: het belangrijkste is dat we ons inschrijven voor vier excursies: Nightwalk in Monte Verde, Skywandeling en de boottocht, later in de reis. Er wordt aan onze ‘ouderentafel’ geklaagd dat de excursies te duur zijn.


Onder de foto: Ja, de orchideetjes komen eraan. Dit is een Huntleya meleagris.

Dan gaan we in het hotel eten aan een tafeltje in de porch, de geheel open voorgalerij. Typisch tropisch verschijnsel: nergens glas in de ramen aan de straat, behalve bij het segment, waarin de deur zit. Ine neemt arroz con pollo: een berg rijst met kip en paprika, frites, salade en ik neem de Salmon Hollandes: een moot zalm met groene asperges, Hollandaise saus, een paar groentetjes en een blokje aardappelrösti onder kaas. Nouvelle cuisine stijl dus een kleine, maar lekkere portie. We zijn met drankjes (Bacardi oscuro en rode wijn) nog geen 25 euro in colones kwijt. Ik trek dan naar de bar van het hotel – heerlijk, alles in huis – en bestel een daiquiri bij monsignor Luis en rook mijn eerste Hajenius-tuitknakje. Ine wil niet blijven en gaat boven vast inpakken en rommelen in kamer 219. Ik beloof om 21.00 uur haar te volgen. In de bar tref ik een deel van de groep die vòòr het eten zit te borrelen. Ik houdt een korte toast over Darwins uitspraak “Hence a traveller should be…” en blijf al snel alleen met Marcha die ik een paar dingen over Mandarijn vertel en 3 karakters laat zien. Zij van haar kant vertelt over haar ervaringen in de reissector en vooral de afdeling ‘onaangename’ klanten uit Duitsland, Engeland en de VS. Ze heeft werkelijk het een en ander meegemaakt met zogenaamde vakantievierders. Gezelligheid kent geen tijd. De eters per taxi van café Mundo komen terug in de bar. En dan is het al half tien en verschijnt mijn Ine verontwaardigd ten tonele. Klassieke scène: vrouw haalt drinkende echtgenoot uit kroeg. Toe, vader, drink niet meer… Zo erg is het niet: ik zwijg en pak in. Om kwart op 8 zijn we vanochtend beneden.


Onder de foto: En nog een met een paarsgestreepte omhoog wijzende lip. Nog op te zoeken. Twee uur later: gevonden op Internet: het is zonder enige twijfel de Encyclia fragrans, de geurende. Hoera!

Ik werd vannacht om 04.00 uur wakker om te plassen en kwam niet te best meer in slaap. In Nederland is het dan elf uur in de ochtend! Uitslapen, zeg ik tegen mezelf en uiteindelijk lukt dat. De wekker loopt om 07.00 uur af. Ik neem een Hollands ontbijt: twee bruine sneden brood met worst en ham en kaas en wat fruit, ananas, papaja en watermeloen. We zijn op tijd bij de bus en vertrekken om 8.35 uur naar Monte Verde, waar we nu in kamer 32 zitten. Ik te schrijven; Ine te puzzelen. De tocht naar MV is een avontuur. We rijden in onze super-de-luxe bus eerst 2,5 uur over de Panamerican highway die een gewone tweebaansweg blijkt, een soort Napoleonsbaan.

=== Een opmerking over kamer 219 van Gran Hotel Costa Rica in Dan José. De kamer is groot: 2 tweepersoonsbedden. De verlichting is slecht: er zit geen knop bij de deur en je moet in het donker halverwege de kamer in om het lichtknopje te vinden. Het duurt even voordat het licht is, want er zijn spaarlampen ingedraaid – wit. Er is geen daglicht, want het smalle raam, waarvan het glas bestaat uit glazen lamellen, ziet uit op een donkere smalle binnenplaats, twee tot vijf hoog, waarin nauwelijks daglicht valt. Die binnenruimte staat aan onze kant vol met ladders en steigers. Er is een nepdeur in onze kamer in de wand tegenover de voordeur en tenslotte heeft onze buurman de tv tot 00.00 uur kei- en keihard aanstaan. Ook horen we een dreun van airco. De lamellen sluiten helpt niet echt ===

Onder de foto: Doña Lela, de eerste stop op weg naar Monte Verde


We maken na 2,5 uur een koffiestop bij doña Elena (lees: Lela) , maar voor die tijd is meisje Olga zo misselijk geworden dat ze bij een noodstop ‘plassen’ de bus uitvlucht en voor het front van de troep tien minuten lang over haar nek gaat in een buitenwasbak bij een tankstation. Volgens haar vriendengroepje kan ze niet goed tegen drank en had ze vrijdagavond een cocktail teveel op. Dom meisje dus. Enkele kilometers na Doña Lela (koffie en vruchtensap, maar ook een tropische verrassing) slaan we af de berg op.



Onder de foto: Daarom zijn de bananen krom. De aangekleden zaaddozen, alias vruchten, alias bananen van Musa spec. buigen, zelfs in groen, onrijpe vorm als kammen omhoog naar het licht!!



Onder de foto: In de tropische achtertuin van de Doña!

In de achtertuin van de Doña om 10.45 uur zie ik een processie bladsnijdermieren over de beton lopen met lange, smalle bladreepjes boven hun koppetjes. We zien ook een grote donkergroene vlinder, een felle oranje, een geel spinnetje in een web en twee vrouwtjes van de z.g. Jezus Christ-hagedis, zo genoemd hier, omdat de beestjes over het water kunnen lopen. (Cfr Marcus, 6, 48). Er zitten ook drie grote blauwgele ara’s in een kooi, maar die tellen niet mee!


Onder de foto: Deze ara telt niet mee!


Omhoog gaat het na de afslag tot ongeveer 1800 meter boven zeeniveau. Her eerste stuk gaat nog over glad asfalt; vervolgens worden we in totaal een half uurtje opgehouden door wegwerkers en tegenliggers. De weg wordt slechter en slechter: aangestampte steenslag met veel kuilen en modder. Ook het weer wordt slecht: in no time is de lucht donkergrijs en barst een echte tropische regenbui los. In complete watervalletjes stort het regenwater zich vanuit de steile, hoge berm naar beneden. Het blijft maar hozen en in de diepte van de tropische ‘Schluchten’ vormt zich dikke, witte nevel. Om 12.00 uur stopt onze chauffeur Max.


Onder de foto: Onze eerste pongo's of brulapen In Costa Rica.

Er zit een dikke brulaap in een boom langs de weg. Hij ligt in tegenlicht op een dikke tak op zijn buik en heeft zijn staart om de tak gekruld. Pongo’s heten ze in Costa Rica. Ondanks het slechte weer rijdt Max onverdroten door en af en toe zo langzaam dat we de bermvegetatie goed kunnen bekijken. Gele composieten, roze trompetbloemen, kleine blauwtjes, rode pluimen, jonge bamboe. Allemaal prachtig. Sommige bamboestammen zijn dun, maar tot vijf meter hoog en felgeel met groen blad. Ook staan er hier en daar agaven, maar enkele met een bloeistengel.

Onder de foto: Een Vanda?? Schaam je, Bunter, het is een doodordinaire Waterhyacinth.

Ine maakt een foto van blauwe bloemen in een regenplas langs de weg. Vanwege een orchidee-blad op de voorgrond denk ik eerst: orchidee, maar de bloemkleur blauw is zo zeldzaam bij die soort, alleen bekend van de Vanda coerulea, dat ik tot waterhyacint besluit. (21.30 uur) Zeboes en paarden staan overal in weiland op hellingen en op een plek staat midden in een wei een agave met metershoge bloeistengel. Om 13.50 uur eindelijk in Santa Elena. Een klein toeristisch dorpje vooral bestaande uit snuisterijenwinkels en restaurantjes die erg verschillen, zo merken wij later tot onze schade. We eten lekker bij Morpho’s. Een Morpho is een tropische vlinder met, dacht ik, Europese verwanten; ‘cassado’ veget. en met biefstuk wordt het. Lekker, al is de biefstuk superplatgeslagen en de kaas vergeten bij de veggie-versie. Lekker met rijst , bonen, salade, vlees en pisang goreng. Het is droog in Santa Elena en het heeft er ook nog niet geregend vandaag. De nightwalk in de forest gaat door, denkt Marcha. We gaan naar kamer 32, een van binnen oranje-terracotta gekleurde kamer met badkamer. Ik sla een klein spinnetje dood en later verpletter ik een klein bandvormig kruipsel onder mijn voet.


Onder de foto: Kijk, domme Bunter, zo ziet een echte orchidee er in de tropen uit: drie tot vier groene pseudobulben (soort bovengrondse tulpenbollen, bedoelt de vaktaal daarmee) met luchtwortels vastgeklemd op een tak of gewoon tegen de bast van een boom. Ook in de tuin van de Doña.

De Nightwalk gaat niet door vandaag, wel later in de rondreis. Jammer, het zou mijn eerste oerwoudervaring worden. Nu gaan we om 19.00 uur met de bus naar het dorp om in tweee uur te eten. Met een hele groep eten we in Boemio’s. Kippensoep is lekker, spaghetti bolognese van Ine niet. Bier Imperial OK. Ober wil alles op 1 rekening met 10% procent rabat. Doen we niet – gesputter, toch afz. rekeningetjes. We zijn voor ons bescheiden maal 16.000 colonnes, ongeveer 20 euro kwijt. Voor de eerste keer als toerist echt genept! Om 21.30 uur terug in 32 – Hoera en dit verslag is bij. Buiten horen we het geluid van een disco concurreren met tropische nachtgeluiden…

BUNTER

donderdag 9 juli 2009

BUNTER in ut laand vaan Sjarel de Veerde VII

De lèsten daag dao

Keizer Sjarel IV bove
Euver aw kneuk,
unnen awwen èrrem,
kubisme en unne
kleinen daagbraker


Bunter I oonder Sjarel IV

Dinsdig 24 fibberwari 2009, Praag , Hotel Duo, kamer 713, 20.15 oor.

Vendaog unne gaanse daag veur us allein zoonder de groep vaan hoonderdfieftig. Um haaf tien zien veer oetgeruk mèt de Metro, de roej C-lijn, boevaan de derde halte veur ut ind preceis veur us hotel ligk. 2x un daagkaart (200 Kr. – 8 € in totaal) en juh dao ginge veer mèt unnen euverstap op Muzeum op de greun A-lijn nao Malá Strana, de kleine kant, de halte ut kortste bij de Hrad, de burreg, boe veer nog get hadde in te hole.
Wel, ver kretsde de nudige trèjje nao bove um aon d’n uutersten ooskant vaan ut nog ummer umwalde burregterrein oet te koume aon de kant vaan ut gouwe sträötsje. Dao kochte ver in un kroeg de klein kaart veur de nommers 2, 3 en 5 en gelökkig neet de groete kaart veur 100 Ckr. mieh p.p., want, zag de mins, dat doorde minstens 4 oor. Dan zowwe veer in us goddelik tempo pas wied in de middeg veerdig zien en zow uzzen toch aon d’n aandere kaant vaan de Vltava of Moldau neet mieh good koume.



Iers na de St. Joris-bazzeliek, prachtig interieur, prachtig opgeknap in zuuver Romaanse stijl oet 9-1000, tienden ieuw. Hiel jaomer vaan dee barokgevel, väöl later aongeplak. Heij voonte veer gein aonwiezinge, mèh väöl miejer in de gothische verdeping vaan nut keuninklik pelies vaan de prinse en vorste vaan Bohemen sinds 1100/1200. de verdeping die veer in mochte, waor ingeriech es un historisch muzeum mèt hiel, hiel väöl
Feuteke: De Sint Joris, dus met lieleke aongeplakde barokgevel.
materiaol en veural teks, teks, teks, teks. Veer höbbe us dao sufgeleze euver prinse, keuninge, opgraovinge, sjmoeck enz. enz. Ouch hiel väöl aw kostuums en waopens. Ouch väöl knekelwèrrek: ut ajtste graaf vaan unnen lange mins, qua knekels nog hielemaol compleet mèt e groet beris zwaard in z’n linkerhand en z’nen doedskop nao rechts gevalle. Ouch twie gereemsels, eint mèt opgetrokke en vasgeboonde bein en eint mèt de errem op de rögk geboeid. Dat waore aonwijzinge tot veer in plaots vaan de vastelaovend et zeuike in Tsjechië en Praahaag, nao rest vaan minse mooste zeuke. Taan zow de res us ouch towvalle. Good dus.





Ut gouwe sträötsje nog eve. Röstig gegeete in e restorentsje dao, dat geine kint en boe ouch hiel min luij koume. Ut sträötsje deeg miech neet zoe hiel väöl op ut huiske 22 vaan Frans Kafka nao. Zit noe unne Kafka-bookhandel in met e sterrek zwiegend jong vrommes achter de teek.
Trök nao de aw stad aon de Moldau mèt de
Feuteke: Ut gouwe sträötsje mèt in blow ut Kafka-huiske.
Metro. Vaan Malostranská nao Můstek en toen höbbe veer wanhopig nao de Jacobskèrrek gezeuk um dao veur veer oor binne te zien. Want dao hink al 400 jaor d’n ingedruugden oonderererm vaan unnen kèrrekdeef en dee hadde veer neet gevoonde op zoondeg 220209 bey us ierste bezeuk.
Noe höbbe veer 2 gidse vaan Praahaag. In den Insight City Guide (vaan) Praag vaan oetgeverij Cambium bv oet Zeewolde steit: “een gruwelijk detail is de 400 jaar oude en verrotte arm, die aan de westelijke muur hangt. De arm zou aan een dief hebben toebehoord die probeerde de juwelen van het altaar te stelen. Volgens de legende werd hij tegengehouden door de Madonna die zijn zondige arm greep…”
Weijer niks. (blz 127, ierste kolom) In de “National Geographic Reisgids Praag en Tsjechië” vaan Stephen Brook (2008), vertaold door Maarten Schellekens (2003/2004) (3e drök, 2008) steit op blz 92/93: “Net na de ingang ziet u rechts een gemummificeerde arm van een dief die vier eeuwen geleden de juwelen probeerde te stelen van het Madonnabeeld op het altaar. De Madonna greep zijn arm zo stevig vast dat hij doorgesneden moest worden om de dief te bevrijden.”
En in us allerkleinste gidske Mini Capitool Praag (2006, Ingels, London Dorling Kindersley Limited) (2007 Neerlandstalige uitgave Van reemst uitgeverij/Unieboek bv, Houten, redacteuren: Derek hall, Marion Dent, Sue Juby, vertaling Linda Doornbos, gedrukt en gebonden in China), stoont op blz tien, twiede kolom: “Boven de ingang hangt de 400 jaar oude, gemummificeerde arm van een dief”.
Veer mooste en zowwe dat detail vinde en wel veur sde kèrrek tow ging um veer oor. Zoondes hadde veer tied genòg meh veer dachte dat deen errem boete hong op basis vaan de mini capitool gids (“boven de ingang”!!) en de Insight City Guide Praag “aan de westelijke muur” Neet dus, want nao zoondeg laos Ine pas in de NG-gids: “na de ingang ziet u rechts” en dao kinne oet aofleije tot dee gruwelikke errem BINNEN hingk. En dat is ouch zoe. Veer lepe in ut kèrrekportaol um veer oor unne jonge, lange vent tege ut lief dee us eigelik neet mie door wow laote, want mèt unne band vol gelebelde sleutele in zien hand wow heer de kèrrek al tow doen. Ine stoont al te lammentere vaan: “Veer wèlle mèr eve um ut heukske loere enz.”, mèh iech ging snel langs de twieen de lange mins stoont gelökkig neet in de weeg mèh op un zeij, ging twie stappe de kèrerk in en loerde direk rechts umhoeg. Dao hong ut tink wie e zwart geboge, dik striepke op un hude vaan tösse de 7 en 10 meter. Ze kòs zien to ut d’n oondererrem waor, mèh links of rechts neet , ouch gein hand of vinger te zien. Gewoen un hiel druug stökske mins aon un dräödsje. Op die meneer:
Feuteke: Dai hink dat fies tink!
Ine gong gaw achter miech aon en zie zaog ut gruwelik detail ouch, zwart in ut sjiemerend tege-leech. Daomèt waos us raodsel opgelos en bleek tot neet edere reisgids de gooj informasie gief. En toen zien veer koffie en tee goon drinke in ut hoes mèt de zwarte Madonna op e heukske beij (oonleesbaar) straot Celetka (lees Celetnà).


Feuteke: De Kubistische tent vaan de kleijne speijer.


Op de ierste verdeping: grand café Oriënt, vaan binnen en boete gans kubisties gebowd, oetgemoonsterd en ingberiech. Ine: werreme chocomel mèt honingcake en iech café vanilla mèt appelkook mèt chocoglazuur en slaagrom. Dao heel iech met höllep vaan d’n ober ut wäördsje veur appel aon euver: jablko (jabbelko huurste en op sjrif zuuste exact dezelfde stam es in ut Holles, Ingels en Duits: abl = appel of neet taan soms?
E kleij menneke mèt zien awwers op oongeveer 6 meter aon e tuifelke beij de roet, hoosde e paar kier, jengde eve en speijde toen alles oetzeliehief. Euver dee taofel, de stool en op de vloer, drei, veer golleve en heer jengde echerrem vaan ellende. Ziene pa pagkde häöm snel op en ging mèt ‘m ut sjiethoes op. Ma gòng snel alles wegpòtse. Ut waor wit mèllekbraaksel en veer roke niks. Ut menneke kaom nao un tiedsje weer trök op den errem vaan ziene Pa, woort neergezat en rende roond gaans vievelevink.
Wie snel die kleinekes ziech herpakke. Unnen awwere zow zeker de res vaan d’n daag op unne knap ligke nao dat gereiger zoe. Veer ginge weijer nao ut aait stadhoesplein en zaoge die stom klok bewege.




De 4 beeldsjes, de twelf apostele sjuive achter de twie ruutsjes en d’n haon kreije. De beroemde klok sloog 17 kier want ut waor tenslotte vief oor smiddes. Vaandao nao de metro, de B-lijn geel nao Florenc, euverstappe op de roej C nao us hotelstasie, boe veer um 18.00 oor binnenvele.
======
Ut weer is kaaid, ongeveer 0 graode Celsius mèt unnen feiselikke kawwe wind dee ut väöl kawwer maak: snee, dunne, soms iets dikkere Later motrege, fiezel. Iech vergeet mie fleece-jeske oonderaon te doen en höb ut af en tow kaaid, veural es veer de metro oetkoume beij unnen iezegen trèk. ======
Iech wow in dit reisverslaag unne paralel mèt de Da
Feuteke: die stom klok.

Vinci Code suggerere . Ut materiaol, de gereemsels in Loreto, dun èrrem in de Jacobus, de graver in ut burreggebied (achter de peerdstèl gevoonde), is mieh es genog, mèh de samehaank, de coonteks, de plot is miech neet ingevalle. Hiel jaomer!!
===





Veer zaoge vlak veur de metro-ingaank nog e groet affiche van de Boheemse carnaval en oonderin de geng vaan de metro stoont unnen kraom met de sjiekste pruuke en leuke maskes.



Feuteke: Oonderin de metro verstop de maskes en pruuke.
Zowwe ze in dit geteisterd land daan toch nog goon viere? Unne mins met unne fel-gelen hood op stoont op de stop bij de VVV op weeg nao oondervaan de burreg, direk nao ut oontdekke vaan ut sträötsje bvoe keplert gewoend heet en Tycho Brahe gewèrrek. Unne gele bolhoed mèt roed en greun traon. Nein, geine carnaval, zag heer; ouch geine juddenhood vaan vreuger; gewoen unnen leuke, kleurigen hoed, that’s all. Volgens miech lege ze totze barste in Praahaag.
=====
De kèrrek vaan Sint Nikkela höbbe veer ouch nog gezeen, oonder aon de burgheuvel mèt unne pestzuil mèt chronogram veur de deur. Geinen tied um te ciefere. Barokke kèrerk, groete koepel, prachtige sjèlderinge en hiel hoeg vaan plefoa. Veer goon nog 46 trèjje umhoeg nao un gaonderij, vaan boe veer nao o0onder de kèrrek in kinnen zien,

Hoeg en schwindlich! Ine weurt bang want de ballustrade is väöls te liegtot halverrwege de sjinke esgeerwètwadiechbedoel. Sinterklaos sint Berreb, Basilius en allemaol enorm met gopue rendssjes en sommige beelden gans vergöld. Veur barok toch un sjoen klèrrek. Op de gaondereij bove nog un expeziesievaan unnen sjèlder (1610-1674), tiedgenoot vaan Rembrandt mèt taferele oet de Passie vaan Christus in Clair-obscure, mèh lang neet neet zoe good als uzzxen eigen Rembrandt.
=======

Sjloes: 22.36 oor; mörrege um 6.15 de wèkker, um 7.00 bikke um 8.00 aon de bös NAO HOES!!
Feuteu: De gaondereij vaan de Sint Nikkela

BUNTER



Zow dit taan toch de Boheemse Carnaval ziehien?