zaterdag 20 november 2010

De Waerelt volgens Bunter XXVI

Het licht
van
Tromsø


Uitersten raken elkaar. Dat is een waarheid als een koe in mijn en jullie taalgebied. Het betekent ondermeer dat hoogbegaafden of mensen met heel veel talenten ook veel meer risico lopen om totaal te mislukken in het leven, gevaar lopen in een kartonnen doos onder een brug bij 15 graden droge vorst terecht te komen, omdat ze niet van de drank of de coke konden afblijven. Of hun leven moeten slijten als stamgasten op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, waar hen elke dag een kleine handvol pillen wordt uitgereikt, zodat ze niet tot het volle bewustzijn van hun ellendige toestand komen, uiterlijk kalm blijven en braaf hun gestoomde piepers pletten en ingedikte yoghurt naar binnen slobberen. Deze omslag van superintelligentie naar depressie of schizofrenie is des te plausibeler nu blijkt dat ernstige aandoeningen als schizofrenie met wanen en psychoses niet die fysieke basis in de hersens van de patiënt hebben, die men lang dacht. Sommige psychische aandoeningen zijn waarschijnlijk geen onveranderlijke en/of ongeneeslijke afwijkingen, maar geestelijke toestanden als gevolg van wat iemand meemaakt in zijn leven: een overmaat aan onzekerheid of stress, een martelende hang naar perfectie, een ijskoude liefdeloze opvoeding.

Geniaal of knettergek zijn buren. Bedreigend klinkt het, maar er zit ook een enorme bak troost bij. Immers als G en G zo kort bij elkaar wonen en het genie van huisnummer 52 per vergissing of in paniek of op basis van verkeerde verhalen achter de voordeur van de gekke buurman op nummer 50 terecht komt en daarmee in een soort psychotische hel, dan moet het ook niet zo heel moeilijk zijn om hem of haar weer snel naar het goede nummer te loodsen. Bijvoorbeeld door de onderste prikdaad tussen beide pijpenlalange achtertuinen helemaal achterin op te trekken en de lijder of lijdster aan een been of een arm in de goede tuin te trekken en daarmee in het goede huis. In die tuin, waarin geen bladeren worden geblazen met die lawaaierige omgekeerde stofzuigers, waarin geen tegels worden doorgeslepen met gierend gillende flexschijven, waarin geen paranoia tegen onkruid heerst of niet om de drie dagen gras gemaaid wordt. Neen dan, een tuin waarin gelukzalig naar een nog onbekend ingewaaid bloemetje gestaard wordt, waarin elk jaar drie weken lang walnoten geraapt worden en vervolgens uitgedeeld. Waarin bedreigde bermplanten naar hartenlust kunnen woekeren, mollen de kop af en toe mogen opsteken en egels blad- en takkenhopen voor hun winterslaap vinden nadat ze een hele lente en zomer knorrend, snuivend en rommelend van genoegen hun buik hebben kunnen volstouwen met slakken, regenwormen en pissebedden.

Welnu, in deze tijd van afnemend daglicht krijgen best wel veel mensen last van verstoring van hun slaap-waakritme omdat hun melatonine-serotonine-hormoon-huishouding daar gevoelig voor is. Melatonine is het inslaaphormoon, dat vlak voor bedtijd piekt. Serotonine zorgt voor het gevoel van lekker ontspannen in je vel zitten. De productie van beide stofjes ergens in de hersens wordt op een nog onbegrepen manier aangestuurd door de hoeveelheid licht die in de ogen valt. Is er te weinig daglicht, dan kan dat leiden tot vermoeidheid, onlustgevoelens en angsten. Daardoor denken deze gevoeligen dat ze nergens meer energie voor hebben of een vreselijke nog niet ontdekte terminale kwaal onder de leden hebben, waardoor onverbiddelijk hun persoonlijk einde der tijden in zicht komt. Er zijn er die wegzakken in een modderput vol wanhoop en verbijstering. Over een week of zes beleven we de kortste dag rond 21 december. Die dag begint het ongeveer al tussen drie en vier uur in de middag te schemeren, terwijl het pas laat in de ochtend goed licht wordt in het oosten.

 Gelukkig is dat nog een weelde, vergeleken met de toestand in Noord-Noorwegen, Zweden en Finland, waar binnen de poolcirkel zich het natuurlijke verspreidingsgebied van winterdepressies bevindt. Daar wordt het rond medio december helemaal niet licht, al lijkt de lucht lichtgrijs te worden tussen 12 en 1 uur, wintertijd. Vandaar ook dat de Universiteit van Tromsø (Je hoort: Tromzeu) in het achterland van de eilandengroep Lofoten over een groot centrum voor lichttherapie beschikt. Lysterapi (hoor: luusteràpi, enigszins zangerig uitgesproken). Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Tromsø is voor ons niet naast de deur. Ik heb er ooit heen willen reizen voor mijn krant in enig najaar om mijn lezers te vertellen, hoe ze hun winterdip te lijf kunnen gaan. Het telefonisch contact was al gelegd, maar het was te duur, zeiden de toenmalige leiders van de redactie.
                                              * Pandora opent haar doos
Deze lysterapi, daarmee worden vooral immigranten geholpen, die in het hoge noorden zijn komen wonen, of buitenlanders die er voor hun werk een paar maanden of een paar jaar moeten wonen. Het is namelijk gebleken, dat IJslanders en Noord-Noren die al vele generaties lang de duistere poolwinter meemaken, een soort aangeboren afweer tegen winterdepressies hebben opgebouwd in hun genen. Wat is de natuur toch vindingrijk, denk ik dan als amateur-bioloog. En medicus ben ik ook niet, maar wel ervaringsdeskundige, omdat een stuk of vier putdiepe depressies mij niet bespaard zijn gebleven. Mijn goede raad aan iedere moedeloze na drie donkergrijze dagen binnen zitten met die hozende regen buiten en mogelijk met modderwater in huis of in de kelder, is deze. Ben je mistroostig, misschien wel wanhopig of angstig, meld je bij je huisarts met je klachten. Probeer daarnaast minimaal een keer per dag ruim een uur buiten te zijn.

 Maak een wandeling door wijk of dorp in een rustig maar beweeglijk tempo. Neem iemand mee als gezelschap, een vriend, vriendin of kennis of desnoods de hond. Mat je niet af, maar beweeg in een lekker tempo. Kijk veel omhoog, zodat het daglicht in je ogen valt. Je hoeft niet recht in de zon te kijken, als ze zichtbaar is. Liever niet want het is slecht voor je ogen. Baad je gezicht in het daglicht, alsof je onder een douche staat. Praat over wat je terneerdrukt; spreek je gedachten uit, al zijn ze nog zo zwartgallig. Op deze simpele manier kun je een goede basis leggen om je hele bio-systeem weer lekker aan de praat te krijgen. Geforceerd vechten tegen droevigheid hoeft niet steeds. Soms is het mogelijk een beetje te genieten van wat negentiende-eeuwse dichters ‘spleen’ noemden of ‘Weltschmerz’, een soort onbestemd, vermoeid onbehagen.

Uit onderzoek is gebleken dat vooral jongeren, bezig met voortgezet onderwijs vaak aan depressieve gevoelens lijden. In Japan en de VS vooral komt zelfdoding in die leeftijd veel voor, omdat vanuit het onderwijs veel te veel gevraagd wordt van de jeugd. Altijd de hoogste punten, altijd de beste sportprestaties en huiswerksessies van zo’n zes uur per dag. Heel hard NEEN zeggen tegen veeleisende leraren, kan lang niet iedereen. Daarom: buiten lopen, kletsen, het hoofd in de nek. Probeer elke dag zo’n gaatje vinden, zelfs al voel je je alleen nog maar een klein beetje terneergeslagen.

En denk zo nu en dan eens aan het prachtige oude verhaal van Pandora en haar vreselijke doos. Pandora, dat wil zeggen de vrouw die met alle talenten begiftigd is , was een beeld dat de goden in de Griekse oudheid aan de mensen aanboden als geschenk. Een soort robot, want Pandora was levenloos, maar kon toch bewegen, een gesprek voeren en zich zeer bevallig voordoen. Zij was het bedrieglijke instrument, waarmee de oude goden wraak wilde nemen op de mensheid, omdat die te slim zou zijn geworden en niet meer geloofden in het bovennatuurlijke. Zo had ene Prometheus in zijn technische hoogmoed ervoor gezorgd, dat mensen het vuur konden gebruiken door het met behulp van een smeulend riet te stelen van de vlammen van de zonnewagen op de Olympusberg.

Pandora droeg een grote doos voor zich uit en natuurlijk waren er nieuwsgierigen die wilden weten wat daarin zat. De deksel ging eraf en een afschuwelijke stoet van onheil kwam vrij: vreselijke ziektes, watersnood, misoogst, hongersnood, aardbevingen, branden, wereldwijde honger. Pandora liet in afgrijzen de deksel weer vallen, maar alle kwalen waren al de wereld ingevlogen om de goden aan hun wraak op de mensen te helpen. En toen klonk er onder de deksel van de doos nog een klein zilverachtig stemmetje: “laat mij er nu ook uit, asjeblieft!!” Weer opende Pandora haar doos en daar vloog op grote, sneeuwwitte vleugels het engeltje van de Hoop achter al die rampen aan. Ze was een allerlaatste geschenk van de goden, die spijt hadden gekregen van hun wraakzuchtigheid. De boodschap is duidelijk: hoe dieper de put, hoe langer de ladder om er weer uit te komen. Hoop is altijd een deel van wanhoop. Stel je toch eens voor: over iets meer dan vier maanden begint de lente!!

BUNTER