vrijdag 19 augustus 2011

Bunter in de tropen XI

Een laatste blik op Selva Verde via een muurschildering in de grote lounge van een bijzonder hotel.   Foto BUNTER
Bananen, neushoornkevers,
Don Guillermo en
weer nieuwe orchideeën
 Vrijdag 14 november 2008, Tortuego, Samoa Lodge, 17.20 uur, de schemering valt snel.

We zijn vanochtend om 06.15 uur uit Selva Verde in Puerto Viejo de Sarapigui vertrokken. Bij de receptie buiten de poort ligt een platgereden koraalslang op het asfalt. De weg is heel druk met zware truckers met Maersk-containers; zij knetteren echt als ze in volle vaart remmen op de motor. Vreemd: regenwoud en knetterverkeer zo dicht bij elkaar.In de bus hoor ik van drie kanten griezelverhalen van mensen met reuzenkakkerlakken op de kamer. Bah! Wij niet gelukkig. We ontbijten rustig na een nuurtje op Roberto’s Rancho langs de weg. Good Food! Dan gaat het verder over een hobbelweg naar de bananenplantage van Del Monte, vlak achter die van Chiquita. Marcha wijst ons op de blauwe zakken, waarin de bananentrossen direct na pollinatie gehuld woerden. Tegen vraat van insecten en vogels. Er zijn ook twee vliegveldjes voor de gele sproeivliegtuigjes. De plantages strekken zich heel ver uit en af en toe loopt er een soort rail over de weg waarover de werkers wel 20-30 opgehangen bananentrossen in blauwe zakken naar een centraal punt trekken -- Oh, yes mister tallyman, tally mi banana, daylight comes and I want to go home…
O, yes mister tallyman, tally mi bananas...  Foto BUNTER 

Bij de fabrieken kijken we door gaas naar de ‘arrebeyers’: wassen, selecteren, op maat snijden en in grote dozen verpakken in plastic. De bananen zijn nog groen.

 Bij de inpak- en washal zitten oude mannetjes met
enorme neushoornkevers op een stukje suikerriet als attractie. Deze dieren zijn totaal ongevaarlijk en bewegen als een soort robot met hun enorme zwarte poten over mijn hand en over die van dappere dierenarts Solange. De mannetjes van het type Buena Vista Social Club Havana (Cuba) verkopen ‘pipa’, kokosmelk in jonge, kleine kokosnoten voor 1 dollar per stuk. Ik zing voor hen: “Coconutteseñor ies callien out, every day you can hear him shout …” naar het befaamde lied van Harry Bellafonte. Ik krijg een banaan en opnieuw reageer ik zingend met “si, no tenemos platanos” en ook dat vinden ze erg leuk. We  rijden nog 24 kilometer verder over de slechte weg naar de aanlegsteiger van de speedboot voor dertig personen naar Samoa Lodge. Voordat we daar om 10.25 uur zijn, ziet Ine nog een dood gordeldier (Armadillo spec. – grijzig) langs de weg liggen met enkele gieren erop en erbij.
Wij gaan om ongeveer half elf op weg naar deze lodge met een zeer lawaaierige soort speedboot. Met doofstomme Anselmo achter het stuur en een nieuwe Andrès als ‘gids’/ conducteur. Anselmo crosst er goed overheen, maar toch duurt het nog tot 12.15 uur eer we er zijn met veel motorlawaai en hinderlijke vaarwind.


De lawaaitaxi van Anselmo ligt voor ons klaar. FOTO BUNTER
Onderweg al meteen een forse krokodil van ruim drie meter, een kleine kaaiman ook, tegen de oever. Andrés is opgetogen, omdat hij op weg naar ons toe en echte jaguar het kanaal heeft zien overzwemmen. Op de oever liep het dier nog eens achterom en verdween toen in de jungle. Hij vertelt ook over de aardbeving van 1991 aan de Caribische kant van het land (oost). De lagune kwam omhoog en liep toen bijna leeg. Daarom staat het water hier laag en kunnen we niet zo snel varen, zegt hij. Nauwelijks zijn deze woorden verklonken of dove Anselmo – wat een Middeleeuwse kloosternaam – knettert er weer vandoor met dezelfde snelheid. Hij stopt alleen voor een schildpad op een boomstronk en op de jaguarplek om naar sporen te zoeken. En bij een afslag, waar in het schildpadseizoen de bezoekers van het reservaat op schildpadeieren gecontroleerd worden. Die eieren gaan door voor een fors afrodisiacum, maar dat is niet waar, natuurlijk.

Welkom op Samoa; zou die naam bewust verwijzen naar de eilanden in de Grote Oceaan? FOTO BUNTER
 Andrés helpt me met de paarsige orchidee, een in de grond groeiende soort die in veel voortuinen van huizen te vinden is. Hij gelooft dat het de nationale bloem van CR is, maar ik vind ze veel te paars. Bij de lunch brengt Andrés met het dikke bloemenboek van CR (38$ in de winkel en loodzwaar). Daarin vind ik onze orchidee, warvan Ine dacht dat het een heel andere soort was op grond van een FOUT bordje bij Arenal Springs. Het blijkt de bamboe-orchidee te zijn (Arundina graminifolia) een grasbladige orchidee, een Aziatische niet-inheemse soort, die hierheen gebracht is.

We geven na de lunch onze wensen voor de trips hier: schildpadden op het strand eierleggend, de boswandeling morgenmiddag en de kanalentocht om naar dieren te speuren om 06.00 uur. Prachtig. We gaan niet meer naar het dorp Tortuego om 15.00 uur. Een gewoon Caribisch dorp, horen we achteraf. Wij houden uitgebreid siësta en verkennen deze lodge-instelling. We lunchen in buffetvorm met een heerlijk stukje vlees en vis, aardappelpuree, groenten, kikkererwtenmaïs en bamboeschijfjes, heel zacht, zonder smaak met de aanblik van witte prei. We lopen na de powernap over het terrein ter verkenning.



De wevervogel-kolonie. FOTO BUNTER

 Een schitterende Habenaria.  foto BUNTER


 Bij het zwembad staat een enorme boom vol met wevervogelnesten. Een van de vogels scharrelt er rond en maakt typerende geluiden. Solange wordt een beetje dun ondergescheten en dan horen we een groep brulapen met veel lawaai. Ine gaat er achter aan, terwijl ik een prachtige Habenaria ontdek, laag op de stam van een dode boom.
Zowel de petalen, de binnenste kroonbladeren, drie stuks, waarvan een de lip is met felwitte lobben opzij, alsook de sepalen, de buitenste kelkbladeren (ook 3) zijn zeer smal en spits. Tenslotte vind ik ook de kleinste orchideetjes totnutoe op een oude afgebroken boom . Het blad is typisch dat van een epifytische orchidee. Uit het hart van het blad komt een stengel met zijtakjes die allemaal volzitten met groenachtig witte piep- en piepkleine orchideebloemetjes en onderaan de stengels de typisch onmiskenbare dito zaaddoosjes. Verwelkend kleuren de bloemetjes naar fletsoranje. Ik ben opgetogen. De habitus van de mini-orchidee lijkt op die van een ordinaire zuring. Van beide vondsten maakt Ine foto’s.

De zuring-orchidee met de piepkleine bloemetjes. foto BUNTER

In de marge:

De chef van Samoa Lodge is Guillermo. Bij het eerste contact spreek ik hem aan met ‘Don Guillermo’. Zo hoog mogelijk inzetten, dacht ik. Hij reageert met señor omdat hij geen namen kent. Ine beknort me om deze move. ‘Don’ zeg je alleen tegen belangrijke oudere mensen. Zeg je het tegen iemand anders dan kan dat spottend overkomen.

Ik confronteer Don Guillermo met deze opmerking, maar hij zegt: “’Don’ is de mooiste manier om iemand aan te spreken en ik was zeer vereerd dat U me ‘don’ noemde.” Hij legt daarbij zijn twee handen op zijn hart met zijn breedste glimlach en gaat verder: “Ik moet u ook ‘don’ noemen (vragende blik) “ en dan zeg ik “Don Lorenzo, por favor?” Hij informeert naar Ine en dat wordt dus: Doña Iñez. En als Ine op de laatste dag de rekening van 217 $$ in colones gaat betalen is het Doña Iñez niet van de lucht, ha, ha!

BUNTER


Een tropische sprinkhaan. Foto BUNTER