zaterdag 3 november 2012

De Waerelt volgens Bunter XXXIV



Légipont d'Hobbelrade nog in zijn volle glorie in april 2009 . Foto BUNTER

Hobbelrades mooiste

 Légipont is opgerot


Dag Merveille de Charneux

En nog een keer van dichterbij: ik kom niet uitgekeken.   foto BUNTER

In mijn ogen de mooiste bloesemboom van heel Hobbelrade en verre omstreken. Naar mensenheugenis meer dan tachtig jaar stond hij fier in de noordwesthoek van een uiterst vreemd kruispunt in het dorp S. waar een geasfalteerde, steile holle weg overgaat in een lange dorpsstraat, oost-west gekruist door een geasfalteerd weidepad, aangeknoopt aan een deftige straat met aan weerskanten bungalows en andere vrijstaande hutten van diverse architectuur. De mooiste, de rijkstbloeiende, de witste en de hoogste hoogstamfruitboom. Zo zag ik hem op een van mijn uurszwerftochten door het dorp op donderdag 16 april in het jaar Onze Heren 2009.

  Ik zet dit hier wat plechtstatig aan, omdat deze prachtige perelaar niet meer is. Naakt, kletsnat, met rotte wortels en zijn ranke stam nog ongebroken, maar wel geheel ontdaan van zijn heerlijke bloesemtakjes, ligt hij in het koude gras van zijn fruitwei gekwakt.

Links de hoop rotte bloesemtakjes; op de achtergrond de bedreigde panden. Foto BUNTER



Hij ligt daar stil en bruin en zwart te wachten totdat iemand hem kortzaagt, onder een droog afdak sleept, zodat hij voor de winter van 2013/2014 zo knokedroog is, dat hij gezellig knapperend in een mooie open haard gecremeerd kan worden en voor gezellige warmte kan zorgen, terwijl kinderen schuchter Sinterklaas- en Kerstliederen zingen.
Daar ligt hij dan achter de prikkeldraad, de stakker.  Foto BUNTER
Geen twijfel mogelijk: wortelrot.  Foto BUNTER


Het ging me echt aan het hart te zien hoe deze heerlijk bloeiende fruitreus aan zijn einde was gekomen. Ik zag hem onverhoeds liggen op donderdag in de week van de 24ste september j.l., toen de eerste zware storm van het nog jonge najaar over ons heen was geraasd. Met rotte wortels omgewaaid, helaas, door de natuur geveld, het is niet anders, dacht ik toen nog, verdrietig, want met al die prachtige bloesem in mijn achterhoofd. Maar wel ongeveer tegen de heersende ZW-windrichting in gevallen en precies languit in de wei.
Ik ben gaan vragen in de buurt en dit is hoe de mooiste perelaar van Hobbelrade en verre omstreken aan zijn einde kwam.
Het was veel naburen al opgevallen, dat de hoge boom, die in augustus nog een à twee kistjes Légipont-peren had opgebracht, niet meer zo stevig stond en dat het maar de vraag zou zijn hoeveel schade hij zou aanrichten aan panden en auto’s als hij met de aangekondigde storm in het vizier door een ZW-windvlaag over de smalle weg heen zou vallen. Daarom kroop een van de buurtbewoners op zijn trekker, legde een ketting om de oude stam en gaf met zijn machine een klein rukje. En dat was al genoeg om de oude reus van zijn rotte wortels te krijgen. En in de week voor de storm, zodat niemand enig risico liep en er niets beschadigd werd. Zo kwam een einde aan misschien wel honderd jaar bloesem en heerlijke Légipont-peren. Triest, maar onvermijdelijk.
Vaarwel, Leopold, Leopoldspeer,  Fondante de Charneux, Waterloo, Miel de Waterloo, Duc de Brabant, Beurré des Charneuses, Merveille de Charneux, Délices des Charneuses, Bürgermeisterbirne om maar eens enkele van de fraaie namen van deze perensoort te noemen.
De naam Légipont heeft deze perenboom gekregen van Martin Joseph Légipont uit het gehucht Larbuisson bij Charneux, die een zaailing van deze boom in een heg vond bij datzelfde Charneux in het Land van Herve rond het jaar 1800. In het heuvelige heggenlandschap net ten zuiden van Zuid-Limburg in Belgë.
De omgeving van Charneux, de geboortestreek van Légipont. 


 Hij noemde zichzelf ‘fermier-horticulteur’, boer en kweker dus. Hij moet zijn vondst verder hebben opgekweekt en wellicht door uitzaaiing vermeerderd. Een uiterst toevallige en merkwaardige oorsprong, waarover verder niets bekend is.. Zou hier de natuur zelf als soortvormer opgetreden zijn met voorbijgaan van het werk van fruitkruisers, -veredelaars en enters?
In datzelfde weiland is in maart van dit jaar nog een Légipont omgegaan, nu met de motorzaag, vanwege wortelrot en wankel ter preventie van schade, want deze tweede perelaar stond in de huisweide nog dichter bij de bebouwing. Voor wie ter plekke wil gaan: er staat nog een derde en laatste Légipont-perelaar, helemaal aan de andere kant van de wei en vanuit de verte herkenbaar door zijn heel hoge en smalle kroon.
Ik vind maar zo: als dergelijke prachtige bomen na zoveel jaar aan hun einde komen, dan moeten mr. Bram M., Josje onderkoning van R., VVDcoryfee Franco O., mevrouw Sap uit Venlo. Noord-Hollandse gedeputeerde H., ‘super’-boss en wielrenner Lance A. en misschien nog veel meer rotte peren, hier en daar, niet teveel zeuren en zielig doen, maar doodgewoon OPROTTEN!!
BUNTER 
Een laatste blik op Merveille d'Hobbelrade: ciao bello!  Helemaal op de rechterrand van deze foto is de helft van de allerlaatste Légipont te zien.  Foto BUNTER



Bunter in de tropen XV


Smullen met BUNTER op Bocas del Toro, Panama. Foto BUNTER


Soep met een

halve kreeft erin


Dinsdag 18 november 2008, Bocas del Toro, Caraïbisch eilandje voor de Panamese kust, 18.15 uur, ging niet door; thans 21.30 uur, in crapaud op de zolder van Hotel Don Chicho aan de hoofdstraat van Bocas del Toro. 

We komen net terug van Hotel Limbo, beter El Limbo on the Sea op een steenworp van onze krappe zolder. Een echt hotel, sorry Marcha, met een fantastisch restaurant. Ik heb niet veel honger en ga voor de ‘Soppa de frutas del mar’ en Ine heeft een vleesdag met een varkensvleesgerecht met paddenstoelen. Ik tref een halve kreeft in mijn soep aan, echt een halve kreeft die ik als in Silent Witness te lijf ga. Heerlijk en toch nog kreeft voor 10 dollar. Vooraf nam ik een tequila met zout en limoen. Klassiek Mexicaans. Ine rode wijn de la casa. Voor het eerst tijdens deze vakantie krijgt mijn Defesche-neus een druiper en dat is mijn hoogste fysieke compliment. Als toetje heb ik ijs en Ine appelgebak uit de magnetron. Is niet goed warm en dat is ook het enige minpuntje in dit absolute culinaire hoogtepunt. Een verademing na de hotelperikelen en de slappe flutkoffie van de Ammieslunch bij Golden Grill met twee flutbocadillos. Maar we balanzen.
  Het was een hele toer om hier te komen, een echt avontuur. We vertrokken om ½ 8, een kwartier te laat in de planning, omdat het ontbijtpersoneel pas na ons arriveerde, per auto gebracht, dat wel. Gelukkig hadden we gisteravond al onze ontbijtwensen doorgegeven en alles afgerekend in Atlantida Lodge. De slechte verlichting van deze donkere lodges en het ruimtegebrek is een aandachtspunt, net als de extreme gehorigheid. Het regent bij vertrek, maar zo erg als in Samoa Lodge was het niet; bovendien is het nu traditie bij ons vertrek geworden. Om 8.30 uur begint het op te vallen. Een keer of 4, 5 moet Max inhouden en slalommen om kuilen en modder, omdat er gewoon 50 tot 100 meter asfalt op de weg ontbreken. Heel vreemd. We zijn om 8.40 uur bij de grens met Panama en de toestand die we daar aantreffen grenst aan het onbeschrijflijke. Eerst uitchecken uit Costa Rica met een pampiertje en allemaal een stempel in de pas. Geen probleem. Ik heb Indiaanse chocolade bij me en een vrucht van de nootmuskaat, compleet met omhulsel en foelie. Marcha zegt: krijg je problemen mee. Maar het zit niet in de handbagage, maar diep in het koffer.


Deze prachtige tropische vegetatie laten we achter in Costa Rica.  foto  BUNTER 

  Van Costa Rica naar Panama is van de tropen in de rotzooi komen. Overal  ligt afval. We lopen over een oude spoorbrug met bielzen en rails compleet en met dikke planken voor eenrichtingsverkeer geschikt gemaakt.




De Baileybrug richting Panama  Foto Bunter


Eerste indrukken

 van Panama



Alweer een naam in ons paspoort.     foto BUNTER



Het zou ook zo in de States kunnen zijn...   Foto BUNTER



Een soort Bailey-brug met een hoog opgaand stalen staketsel. We lopen over totaal verroeste staalplaten, die gelukkig goed vastliggen, maar wel kieren. Zo’n 200 meter zeker. Dan komen we in een rijtje semikrotjes links langs een loket, waar een gemelijke zwarte dame in uniform onze passen bekijkt en bestempelt. We moeten douanepapiertje doen die Marcha inneemt. Ik smokkel mijn sigaren en titbits zonder probleem. We gaan nu rechts in een steile trap af in dit rommelland en ontmoeten Jaime en Huberto, een schoenpoetsertje van 6 (!) en zijn jongere maatje die om colones bedelen. Max geeft met gulle hand. Ik noteer zijn echte naam uit zijn paspoort, dat ik even inkijk, omdat hij het aan de meisjes Nadine en Olga uit de engelenbak  laat zien. Jose Angel Fernandeze Alvarez  is zijn mooie Spaanse naam. We verzetten onze horloges. Het is één uur later in Panama en dus terug naar zomertijd en om 11.10 uur is iedereen over. Grensovergang met 25 mensen: anderhalf uur van 8.40 tot 10.10 uur. We gaan koekjes kopen in  de lokale supermarkt en daar stinkt het zo naar halfbedorven vlees, dat Chinezen er nog iets van kunnen leren. Het vlees ligt in een waarschijnlijk niet functionerende koeling meteen links bij de ingang, gewoon een opening in een lage loods, te meuren en te bloeden. Alleen aan het begin van de ± 10 meter lange “koel”-counter liggen diepgevroren dunne “chuletas’ – koteletten, die er goed uitzien. De hele winkel stinkt intens naar deze walgelijke uitstalling.
Wij zijn over de brug gekomen. Pfff   Foto BUNTER
  We zijn al weer snel aan onze eerste stop in Changuinola, Panama.. We  gaan plassen bij een bakkertje in een vies, onverlicht, niet af te sluiten pishuisje zonder doorspoeling. Het bakkertje heeft wel prachtige houten gebakschuifjes met klapje. Zo uit 1920-1930-1940. We pinnen als eerste 400 $$ en bij de rest lukt het ook prima. Jackpot!, zegt Marcha. Om ½ 1 zijn we aan de bootsteiger bij de rivier in Almirante.

Intermezzo:

* Waarom lopen zoveel rivieren aan de Caraïbische kant eerst vrij lang parallel aan de kust als het ware achter een imaginaire duinenrij zonder duinen, alvorens naar rechts of links haaks af te slaan , als door een opening in een wal? Vanwege de ontwikkeling van taaie en harde koraalriffen in tropische zeeën parallel aan de kustlijn. Als die riffen verzanden of verstenen vormen ze een stugge barrière voor alles wat uit het binnenland vloeit. Is deze stelling waar?
* Straatscène uit Changuinola op de stoep bij het bakkertje. Een breed lachende man van rond de 40, een echte vader, komt bij het bakkertje naar buiten met een prachtige verjaardagstaart vol gekleurd schuim op zijn vlakke hand als een ober en aan zijn andere hand twee zakjes met waar. Hij fluit scherp tussen zijn tanden. Er stopt binnen seconden een gele taxi. De man wenkt met zijn hoofd om een open deur en de deur naast de chauffeur gaat open. Hij stapt in, bukt met zijn neus tot vlak boven het kleurige schuim, legt de zakjes aan zijn voeten en weg zijn ze.

=======

Onze gele boot, een grote speedboot, pas een week oud - de Shana 1 – vertrekt om 13.10 uur. (Woensdag 19 november 2008, 15.40 uur, Don Chicho, terug van toertje door het dorp) En daar vertrekken we vanaf Almirante volgestouwd in een speedboot voor 28 mensen. No Way! Eerst moesten er nog wat mensen voorin gepropt, omdat het achter te zwaar was en daar spoten we weg met onze voorsteven hoog uit het water.
Wachten op de speedboot op de steiger.   Foto  BUNTER  



En dan het water op: hier is het nog glad, mar dat verandrt snel...  foto BUNTER   

 Via de rivier de monding in en dan door de branding. Dat hobbelde al behoorlijk, maar op zee hadden we echte schuimkoppen en golven en omdat de schipper echt veel vaart maakte, kregen we smak op smak omdat hij als het ware van golftop naar  golftop croste  Ik zat op het tweede rijtje  vooraan, helemaal aan de rand met open venster. NIET leuk, erger, want echter dan in de Efteling. De golfdalen waren behoorlijk diep en er was niet alleen veel beweging over de breedte-as, maar ook over de lengte-as, want het bootje hing door naar links. De overtocht duurde een half uur en dat was me eigenlijk al te lang, veel te lang. Angstige ogenblikken en de schipper excuseerde zich ook met een ‘muy mala’ bij onze Marcha en schold stevig op zijn steigerhulpjes die niet meteen opdraafden. Ik verstond ‘maricon’ zelfs heel duidelijk.
  De eerste indruk van Don Chicho : driewerf k..! Er is zelfs sprake van een klantenvergadering  om een nieuw hotel te vragen, maar de onrust ebt snel weg op die verrekte kleine zolderkamertjes als Rinus en Annemiek een etage lager een normalere kamer krijgen in plaats van hun ‘hok’. En als wij met Marcha wisselen 40 om 45 , zodat we van de straatherrie verlost zijn. Ook Irene en Boy komen de tweede dag van hun schuine zoldering af met hun lengte van bijna twee meter. Mij maakte het niet zoveel uit, maar Ine blijft toch knoteren. Mijn dag is knotsgoed als ik zie dat het merk toiletpapier hier ‘Regio’ heet. Om je te bescheuren. Je kunt hier je kont afvegen aan de regio. Geweldig!! Net met de vut na zoveel jaar dat verrekte en vervloekte regiogeneuzel, vooral uit Midden- en Noord-Limburg en dan zoiets. TERRIFICO!!
’s Avonds dineren we in Hotel El Limbo on the Sea. Perfecto! De nacht van dinsdag 18 op woensdag 19 komt met tropische plens-, nee hoosregen. We hebben een black-out, want de airco valt stil. De airco bevindt zich aan de rechterkant van het beddenhoofd, voor een groot gedeelte achter de plank. De knoppen zijn net bereikbaar en de hele nacht trekt een koude luchtstroom over me heen. We ontdekken te laat, dat er een noodverlichting is in de vorm van een ‘elektrisch’ olielampje in felrood onder het teeveetje gehangen.
 BUNTER