De Costaricaanse jungle is adembenemend. Foto BUNTER |
Schildpadbaby's de
branding in helpen
De toegang tot ons nieuwe lustoord Samoa Lodge. Foto Bunter |
Tortuega op de porch van huisje nummer 5 Samoa Lodge, 20.37 uur, vrijdag 14 november 2008.
Er is hier zoveel concurrerend leven. De eerste helft van elke nacht zoemt en piept het van de cicaden en de kikkertjes. Er zijn gevaarlijke dieren en insecten en giftige spinnen en slangen. En toch is de huidige mens (Homo sapiens sapiens) in het Afrikaanse regenwoud ontstaan. Een vreemde gedachte bij een bezoek aan de tropen.
De maan is vol, de hemel nauwelijks bewolkt. Alle schildpadtoers zijn afgeblazen bij gebrek aan schildpadden en bij gebrek aan uitkomende eieren. Okee: minder vermoeienis in plaats van van 22.00 tot 24.00 uur op het strand te lopen, kunnen we vroeg naar bed voor een vroege ochtend. Vertrek per boot om 06.00 uur!
Samoa Lodge, Tortuego, zaterdag 15 november 2008, 18.00 uur, op de porch voor lodge 5.
Ik begin dit verslag met het laatstgebeurde. Onze ontdekking van 5 tot 10 baby’s van groene zeeschildpadjes op het strand bij Tortuego die dankzij ons allemaal de branding en de zee gehaald hebben. We zagen ze op de terugweg van onze junglewandeling met Andrés, omdat er een aantal toeristen en localo’s op het strand op ongeveer vijf meter van de branding naar de grond stonden te kijken. We schoten allemaal in een draf en waren nog op tijd om de laatste misschien zeven achterblijvers van een nest van 120 baby’s over het natte en droge zand te zien rennen recht naar de zee.
============================================================
In de marge:
Blazen en
knijpen
Zet hem op kleintje!! Foto BUNTER |
Drie of vier van de schildpadbaby’s liggen doodstil en bewegingsloos op het natte zand. Dood? Neen, zegt een oudere man: een hond is op ze afgekomen. Ze zijn geschrokken en gedesoriënteerd. Hij pakt ze op en blaast op hun ogen en hun snuitje en soms knijpt hij op hun schild en hun kleine lijfje als een soort hartmassage. Hij krijgt ze weer aan de gang en ook zij halen onder luid gejuich de branding van de warme zee.
============================================================
Het was alsof het zo had moeten zijn, want bij de ingang van ons nationale park werd ons te verstaan gegeven dat de normale, gebruikelijke wandeling door teveel regenval en teveel modder absoluut niet kon doorgaan. We mochten alleen een stukje parallel aan de zee en aan het strand lopen ongeveer 30 tot 50 meter diep het woud in over een breed pad. En dat bracht mij ertoe Andrés te vragen of we over het strand konden teruglopen. Okee, eerst zagen we alleen maar lege eierkuilen met doppen erin en een hoop sporen op een rijtje en ongeveer honderd meter voor de afslag naar het dorp toch nog BINGO! Ine maakte een filmpje van de laatste twee snelle kruipertjes van 1 minuut 30 sec. Op de achtergrond hoor je mij ‘Árriba, arriba, Henry, Henry’ schreeuwen. Toch weer een piekmoment van deze reis en 3000 colones fooi voor Andrés.
En daar gaat weer een van de dappere baby's de wereldzee op Foto BUNTER |
De ingang van het bladsnijdernest: gewoon een gaatje in het pad. Foto BUNTER |
Gewoon over het bospas of steil tegen een stammetje op. Bladsnijders zijn altijd on the move. Foto Bunter |
De sprinkhaan heeft rode vleugels, zei Andrés. Hij probeerde hem te pakken, maar dat ging niet. Het beest sprong weg, vloog niet. We mochten termieten eten uit een afgevallen donkerbruin boomnest. Hele kleine, beige beestjes met een chocolade kopje. Ze zouden naar wortels smaken, maar dat proefde ik niet. De amandelboom met hier en daar in zijn kroon vol glanzend groen blad een vuurrood bladrozet en af en toe een geel blad. Ik raapte ergens een vrucht op. We zagen ook in het struikgewas aan de landzijde een Manakin met witte hals (Manacus candei), een vogel waarvan de mannetjes baltsdansen voor de ♀♀ en dan kiest ze. Deze vogel was veraf, maar tenslotte kwam de Crested Guan of Penelope purpurescens hippend op een tak op tien meter rechts voor mijn kijkertje met en felrode keelzak. Volgens A. zou het de Crax rubra zijn of de Great Curassouw, maar die heeft een geel balletje op de neus en geen rode keelzak. Dat is een soort zwarte boskip.
Op bloemen raak ik nooit uitgekeken. Foto BUNTER |
Een apepatertje in het struweel boven ons. Foto BUNTER |
Zouden de dino's echt zijn uitgestorven? Foto BUNTER |
Een gemakkelijk zoekplaatje: de miereneter ligt in het midden op de dikke tak. Foto BUNTER |
De familie tropisch waterhoen, aangenaam. Foto BUNTER |
Nog twee dingen voor vandaag. Aan de andere kant van het pad langs onze portica staat een zwaarbebeladerde boom. Er staat een bordje bij: Syzygium Malacense – Malay Apple, Manzana de Agno, Maleise appel of Waterappel. Onder de boom ligt een tapijt van paarse sprietjes of draadjes. Ik zie al snel dat het meeldraden zijn. Bloemen zijn van buitenaf nergens te zien. Ze blijken diep in het gebladerte met groepjes bij elkaar te bloeien als dikke, roze roosjes. Er kruipen heel grote, zwarte bijen of hommels overheen ter bestuiving. Een vies gezicht per kijkertje.
Het laatste: in de eetzaal – het eten per buffet is goed hier: kip draadjesvlees, groentesalades en brood - en na het avondeten zit er plotseling een grote, groene sprinkhaan op het tafellaken. De kleur is helemaal die van een sabeltje. Ik pest het beest en beetje met een vork en daar vliegt hij op Ine haar rug met snel bewegende vliesdunne vleugeltjes. Ik griezel daar enorm van en ren rillend weg tot verbazing van de tafelgenoten. Daar gaat mijn image als tropenspecialist. Aha!
Een groene sprinkhaan op tafel, alleen griezelig als hij/zij gaat vliegen. Foto BUNTER |
Nog een klein stukje, kleintje. Foto BUNTER |
Bunter