woensdag 2 november 2016

De Waerelt volgens Bölles Bunter XLV



Sausen of säuseln

Dit is de berg Horeb in de zuidelijkste punt van de Sinai- woestijn. Foto Internet.

Dat zijn natuurlijk Duitse woorden, hierboven. Sausen heeft niks met lekker eten te maken, maar is een werkwoord, dat ‘suizen’ of ‘suizelen’ betekent, waarmee natuurlijk bedoeld wordt een heel zacht geluid van wind die waait, nauwelijks hoorbaar eigenlijk.
  Welnu, die Duitse woorden zijn afkomstig uit de tekst van nummer 34 van het oratorium “Elias” van Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) een componist uit de eerste helft van de negentiende eeuw, de begintijd van de Romantiek.  Een oratorium is een flinke brok Bijbeltekst op muziek gezet voor een groot gemengd koor en enkele solisten (sopraan, alt, tenor, bas). Het vertelt een Bijbelverhaal op de manier van een concertant uitgevoerde opera zonder acteerwerk, maar wel met aria’s, recitatieven, koren en verbindende teksten. Bekendste voorbeelden van oratoria zijn de vier wereldberoemde Passies van JS Bach, waarvan de Mathäus- Passion veruit de bekendste is.
De tekst waaruit het woord ‘säuseln’ komt, luidt: “Und in dem Säuseln nahet sich der Herr.” En in het zachtjes suizen van heel zacht waaiende wind komt de Heer dichterbij. Echt zo vreemd is het niet, dat ik langs de straat in Groot-Genhout op de zondag voorafgaande aan de echte carnavalszondag stond om de allereerste carnavalsoptocht in Zuid-Limburg te zien voorbij komen. En toen meteen dacht aan het voorbijkomen van God in een briesje van niemandal.
Want wat daar voorbijkwam  in dat kerkdorp van Beek was de ene in elkaar geflanste carnavalswagen na de andere, bestaande uit een slordig soort huisje op een boerenkar, getrokken door een enorme tractor uit de New Holland-serie. Dat huisje was enkel bedoeld om een generator te verbergen en enkele kratten bier, terwijl de achterwand bestond uit 12 tot 20 op elkaar gestapelde geluidsboxen, waarvoor de generator de elektriciteit moest leveren. En uit die boxen kwam een enorme geluidsgolf, waarin af en toe een Amerikaanse woord te verstaan was en de rest van de generator-energie ging op aan de ‘beats’, snel achter elkaar geproduceerde keiharde doffe knallen, waardoor de toeschouwer een soort hart-long-darm-lever-massage opliep. Wie dit nog muziek durft te noemen… stilzwijgen carnavalsmuziek. Niettemin liepen er achter elke knal-kar zo’n dertig tot veertig identiek gekostumeerde jongens en meisjes in de middelbare-schoolleeftijd  te schudden en te springen, alsof ze zich werkelijk verschrikkelijk amuseerden. Het Genhouts geroffel en geknal was tot in de verre omtrek te horen. Recent onderzoek heeft overigens uitgewezen dat meer dan 80 procent van de Limburgse carnavalisten, ook de jongeren, gelukkig, de voorkeur geeft aan de vertrouwde carnavalsschlagers in hun eigen dialect met lollige en vooral verstaanbare teksten in tweekwarts- of driekwartsmaat.
Het was de profeet Elias die blijkens het verhaal in het Bijbelboek Koningen 1, hoofdstuk 19, God hoorde voorbijkomen langs de grot in de berg Horeb, waar hij zich verborg, in een superzachte bries. Elias was als profeet van het Joodse volk de woestijn ingevlucht omdat heel veel van zijn landgenoten de afgod Baal aanbaden en niets meer moesten hebben van Jahweh en Zijn profeten. Behalve Elias was elke profeet omgebracht. Elias zit dringend om goede raad verlegen en zoekt God.   
 “Hij zegt: ga naar buiten en ga op de berg staan voor het aanschijn van de ENE!
Hij gaat naar buiten en blijft staan in de ingang van de spelonk. Ziedaar de ENE die voorbijtrekt, en een geestesstorm, geweldig en sterk, die bergen verscheurt en steenblokken verbrijzelt, <gaat>  voor het aanschijn van de ENE uit; maar niet in die geestesstorm is de ENE, - na de geestesstorm een aardbeving, maar niet in de aardbeving is de ENE. Na de aardbeving een vuur, maar niet in het vuur is de ENE; na het vuur de stem van een zachte stilte. Het geschiedt als Elia dat hoort, dat hij zijn aanschijn omhult met zijn luisterrijke mantel; en ziedaar, tot hem een stem die zegt: waarom ben je hier, Elia?”
(Uit ‘1 Koningen, hoofdstuk 19, verzen 11 t/m 13’  Uit de Bijbelvertaling van de Naardense Bijbel door Pieter Oussoren.)
Binnenkort breekt d’n ellefde vaan d’n ellefde weer los, even na de Amerikaanse verkiezingen. Daarom heb ik bovenstaande tekst over de verruiging van de Limburgse carnaval door de specifiek uit West-Nederland afkomstige dance-golf met verwijzing naar een belangrijk Bijbelverhaal over de goddelijke waarde van de stilte. Hier zou de preek nu moeten beginnen. Van zus en zo en dat en daar en vingergewijs, zoals Donald Trump dat ook doet voor de camera bij al zijn ‘rallies’ en debatten, als alleen hij denkt dat hij weer iets zinnigs brult. Probeer die Trumpgebaartjes zelf eens na te doen en voel dan aan den lijve hoe immens arrogant en belachelijk ze aanvoelen.  Ik denk dat gepreek niet nodig is. Want de suizende, stille bries langs de ingang van de grot in de berg Horeb verwijst ook na al die brulboeien en schreeuwers in gebouwen en kantoren die zichzelf ‘manager’ of ‘chef ’ of zelfs ‘hoofd’ of ‘directeur’ noemen. Alles van waarde is weerloos en alleen het echt kostbare is breekbaar. En verder kan ik alleen maar hopen dat het niet is omdat iedereen doof is of zwaar gehoorgestoord, dat ooit veel stilte zal intreden.

BUNTER


Allerzielen 2016

Beetje regen en zware wolken horen erbij
Ik loop bijna drie uur
Door mijn stad op en neer
En nog zie ik Pa en Ma niet
Omdat ze onder een dikke, zwarte, platte steen met
vervagende gouden letters zijn neergelegd.
In 1979 en 1999.
Ik zie ook geen bloemen in kraampjes
Aan de ingang van de dodenakker.
Dat is voor het allereerst in jaren en jaren.
Allerzieligst, hoor!
Waar zijn mijn zonnebloemen?

B.