vrijdag 13 november 2009

De Waerelt volgens Bunter XXV



8 november, een
gouden zondag:
Abschied vom Walde

Zondag 8 november 2009 was van goud, ingelegd in het blauwe azuur van een stralende, totaal onbewolkte hemel. Puur afgaande op het door het klimaat aangeboden weer hebben we onmiddellijk tot een wandeling besloten en zaten we direct na een simpele thuislunch al over onze lange veters gebogen. Haast was geboden, zei mijn genote, want toen wij het laatste brok spoorwegtechnologie, het junglestationnetje van S., achter ons lieten en het asfaltpad naar het voormalige Jezuïetenklooster in het Stammenderbos kozen, wees ze op twee wattendotten van dikke waterdamp in het azuur. Bij die twee afschminckers is het gebleven de hele dag.




 Nog geen vijftig meter achter de rails tussen Sittard en Heerlen, is er naar rechts over een weiland vol schapen heen een prachtige doorkijk naar de herfstgloeiende bosrand met in dit fraaie herfstkader een oude molen , deels nog van vakwerk en een tweede huis-in-het-groen. Allebei klaar om dik besneeuwd te raken en bij te dragen aan een superb kerstlandschapje in onze omgeving. We passeren naar rechts verroeste resten van wat eens een hek door de omheining rond het bosklooster was en gaan dan van het brede, pratsjerige pad af steil omhoog naar het plateau vanuit wat ooit een Maasdal was, verder ingesleten door de Geleen, de helderblinkende, die nu weer vrij mag meanderen, behalve in het bos bij S.



Gelukkig heeft de kleine rivier wel meer ruimte kregen en die ook genomen door in het grasland langs de bosrand aan de voet van de Maasplateauhelling enkele forse poelen te vullen. Een blik daaroverheen met de kleurende en vonkende bosrand eromheen doet onze ogen goed.


De helling is steil, maar we komen boven over een liggende boomstam vol prachtige zwammen.




 En natuurlijk, zondagmiddag, zonnig, helder, nauwelijks wind midden in een anticycloon en uitspanning ‘De Bokkeriejer’ in Sw. zit bomvol. We ontmoeten zeker twaalf vertrekkers op onze weg naar de deur en dat geeft ons toch nog plek in de overvolle gelagkamer. Wat heerlijk toch dat rookverbod voor de horeca, want het zou me niets verbaasd hebben als deze pleisterplaats voor heerlijke koffie en warm, appelgebak blauw van de sigarettenrook zou hebben gestaan zonder dat verbod. Rook, uitgepuft door wauwelende wandelteven, die zich er niet van bewust zijn, dat ze hun eigen jonge longen zitten te verpesten en die van hun omgeving. Terug naar de bosrand en vervolgens door het bos de steilrand omlaag aan de westkant van Sw. Maar niet nadat we een boom in het weiland hebben gespot met een prachtige, enorm grote ronde kroon en al helemaal bladerloos.




 Precies zo’n boom als de boom des levens, waarmee Darwin zijn evolutiethese van gemeenschappelijk voorouderschap inzichtelijk maakte. Een boom, die nooit ‘opgekroond’ is, ‘teruggezet’, ‘gekandelaberd’, ‘gedund’ of hoe alle dendrologische martelpraktijken ook mogen heten. Een boom met zijn volgroeide, natuurlijke kroonvorm. Heel mooi!

We nemen niet het pad recht naar beneden, maar het eveneens voorhanden slingerpad, zodat we kunnen genieten van het zomers aandoende uitzicht. Overal kalende bomen, hier, versierd met de groenende kerstballen van de maretak.




 De kronkelende Geleen, enkele begeleidende poelen, wandelaars in de diepte, een groep ruiters op pad en dat alles afgemaakt met de opgeknapte Biezenhof, een van de middeleeuwse vestigingen van de Duitse Ridderorde in ons landje. Wat een prent weer!




 We gaan terug via de kloostertuin der Jezuïeten vol rododendrons en zeldzame bomen, meegebracht uit missiegebieden in Azië. En als we dan de stalen weg zijn overgehobbeld, nemen we ‘Abschied vom Walde’, dat wil zeggen het herfstbos vol kleuren. Nog een paar weken en het zal kaal zijn om de ons omringende hellingen, afgezien van wat naaldhout. Vaarwel blauwe lucht, vaarwel stralende zon, vaarwel kleuren, welkom winter, donker, nat en ijzig.

BUNTER


Geen opmerkingen: