maandag 27 april 2009

De Waerelt volgens Bunter XX

Mijn tuin is nu één grote botanische explosie



Van Simon Vestdijk (1898-1972), mijn lievelingsschrijver van 40 jaar geleden, van wie ik alle romans (52) en heel wat essays verzameld heb en ook gelezen, schreef de dichter Adriaan Roland Holst ooit in een gedicht: “O, gij, die sneller schrijft dan God kan lezen…”. Met een kleine variatie op dit citaat zou ik hier willen zeggen tegen de lente: O, gij, die sneller groeit en bloeit dan ik kan lezen…”. En dan bedoel ik lezen in de oeroude betekenis van verzamelen. Zoals je nog wel in Bijbelverhalen hoort over het lezen van aren achter de maaiers door arme vrouwen. En in het Engels hoor je ook nog wel de vraag ‘what do you read?’ als er naar iemand studierichting aan een universiteit wordt gevraagd. Wat lees je? Waarmee ben je bezig? Wat breng je door lezen van boeken bij elkaar in je hoofd. Vergelijk ook de uitdrukking ‘college’ samenlezing, letterlijk, voor en academisch lesuur.


Foto: Dr. Simon Vestdijk
Basta.
Zoals oude en jonge lezers bij kaarslicht, arme vrouwen zoekend naar aren achter de zeis, zo ben ik deze dagen door de tuin gesneld om met onze digitale camera zoveel mogelijk nieuwe natuur bij elkaar te lezen en hier aan u te presenteren. Voornamelijk inheemse planten en bloemen staan er in mijn tuin en dat is ook de reden van de geweldige explosie aan groen in blad en veel kleuren in bloemen.

Daarom begin ik met een exoot die begin april hooguit een weekje felgeel gebloeid heeft en nu al vol zit met embryonale besjes: de Mahonia of Mahoniestruik, waarvan de soortnaam onduidelijk is, maar ik ga van de simpelste, meest voorkomende uit: M. Aquifolium, want hij is toevallig in mijn tuin neergescheten. Ooit zat er een vogel in de meidoornhaag en die heeft een verteerde bes met zaad laten vallen, waardoor onder dekking van de meidoorn een Mahonia ontkiemde, jaren geleden en die Mahonia heeft een nazaat die nu langs mijn tuinpad staat, midden in een bloembed. Deze langzaam groeiende boomstruik uit de berglanden van China, Japan en India bloeit verschrikkelijk geel maar te kort. Dit jaar heb ik hem verrast en betrapt. Voilá:
Foto: Mahonia aquifolium
Ooit stonden bosjes lage, botanische tulpjes van de firma Turkenburg uit Lisse in mijn voor- en achtertuin. Velen hebben het loodje gelegd en zijn na enkele jaren verdwenen, maar een tweetal soorten hebben standgehouden. Dat is de zeer vroegbloeiende Turkestaanse tulp die ik dit jaar niet heb kunnen verrassen in de bloei. Maar wel op de foto heb ik een ander soort die Tulipa heet zonder speciesnaam, helaas. Elk jaar komen twee kleine veldjes van deze tulpjes met groen blad boven de grond en heel zelden komt het tot knoppen en bloei. Dit jaar zes bloemknoppen, waarvan ik de eerste heb gevangen in beeld: schitterend onderbroekenroze met een felgeel hart. Verleden jaar plantte ik in de voortuin zeven bollen van een witbloeiende halfhoge tulp met bladgroene vegen op het bloemblad, heel ouderwets prachtig, maar na de eerste bloei is er in het tweede jaar maar een tulp bloeiend teruggekomen. Misschien zijn het er volgend jaar weer meer.

Foto: Tulipa species

Er zijn van vroeger tijden ook nog enkele witte en paarse tweejarige Judaspenningen (Lunaria biennis) in mijn tuin. Ooit kleurde mijn tuin helemaal in wit en paars als de liturgie rond Pasen in de kerk. Afkomstig van zaad uit een simpel supermarktzakje in de zomer van 1977, ons eerste jaar hier. Helaas heeft een onverlaat twee witte Judaspenningen afgeplukt, die vlakbij het gat in de meidoorn bloeiden, dat als open tuinhek dient. Een van de twee planten werd zelfs uit de grond getrokken. Die heb ik met een deel van de wortel dieper in de tuin in veiligheid opnieuw neergezet. Die ander loopt hopelijk weer uit en maakt zaad voor opvolging, Nachwuchs. Laat ik geen plukkers of pluksters betrappen!
Foto: Lunaria biennis, wit : afgeplukt!!
Foto's: Lunaria biennis, paars en wit
Dan laat ik de verdere ontwikkeling van Koelreuteria paniculata zien: van donkerrood naar lichtgroen als de twijgen met de geveerd bladeren doorstoten naar buiten. Nog geen bloei gezien, dus ook nog geen blazen, dit jaar.
Foto: Koelreuteria paniculata

En tenslotte de Pinksterbloem, Cardamine pratense, die in de vrije natuur in goede weilanden zo welig bloeit. Cardamine heeft zich in mijn gazon gevestigd en ik ben er erg blij mee. Welkom Pinkster met je zachte roze en lichtpaars.
Foto: Cardamine pratense, alias Pinksterbloem


Foto: Allemaal nieuw blad

Intussen is Eik, Hazelaar en Walnoot in blad en bloem gesprongen. Een waas van verschillende kleuren groen hoog aan de randen van mijn tuin. Donkerlichtgroen en donkerroodgroen. De vrouwelijke bloemetjes van Hazelaar zie je niet, de mannetjes des te beter. Ze hangen uit, al in december en januari, als slappe groene penissen aan elke tak en zijn nu al vergaan en afgewaaid Hun stuifmeel heeft zijn werk gedaan en datzelfde systeem geldt ook voor de Okkernoot of Walnoot. De vrouwelijke bloemetjes met hun plakkerige stampertjes zijn niet te vinden of te ontdekken, maar de mannenkatjes zijn des te opvallender. Zij besproeien de boom met stuifmeel tot in de kleine hoekjes en proberen op de wind met hun meel ook naburige Okkers te bereiken. Dat is het spel. En het lijkt wel het mensenspel. Elk voorjaar groot mannelijk vertoon en afwachtende, kleine vrouwenbloemen die stilletjes hopen een stuifmeelkorreltje te mogen vangen op de wind om uit te groeien tot een mooie noot.in september. En ach, als vieze donkerbruine sliertjes liggen alle mannen op tegels en gewas al onder de boom nu. Sic transit gloria mundi!
Foto: Enkele Okkernootkatjes, de mannetjes van de boom.
Ik hoef niet met Willem Kloos te wenen om bloemen in den knop gebroken, want ze hebben hun werk gedaan. Ik ben zo blij, dat ik geen Juglans regia ben, maar een Homo sapiens. Qua soort scheelt dat enorm. Nu kan de walnoot elk jaar opnieuw mannelijk pronken; de Pacifische zalm kent in de stroompjes vanaf de Canadese en Noord-Amerikaanse westkust, maar per individu één enkel orgasme en ejaculatie in het oevergrind in het hele zalmleven, na een moeizame en riskante tocht langs al die vissende Grizzly-beren en grijpgrage visarenden. En dan drijft je lijk terug met het geboorte-stroompje naar de zee. Mensenmannen hebben niks te klagen!
Foto: ziedaar de rozevingerige, bij ons de oranjevingerige
Zo dendert de zomer driftig naderbij om ons huisje. Om de week kijk ik bewust vanuit de slaapkamer naar het oosten naar de zonsopgang en telkens is de oranjerode zon, de rozevingerige dageraad, een stukje noordwaarts aan de hemel opgeschoven. Tot 21 juni blijft de zon dichterbij komen. De akeleien, het pittig ruikende daslook hebben nu het hef in handen om me heen. Volgend tuinverhaal is voor hen Heerlijke tijd in vrijheid.
BUNTER

Geen opmerkingen: