donderdag 28 augustus 2008

Chinees dagboek, deel VII

Chinees dagboek, deel VII





(zhōng)(guó) ()()()()()(fen)




Met Bunter op weg naar Beijing! VII




8.38 uur (èr)(líng)(líng)(liù), (nián), ()(yuè), (shí)()(), (xīng)()(èr)

------------------------------------------------------------------


In Kanton (Guangzhou)


Dinsdag 18 april 2006

Redelijk geslapen en gedouchet (sic) zonder flooding! Heerlijk (hěn hǎo). Vanochtend een Chinees kinderprogramma op tv gezien. Ik kan al diverse woordjes verstaan, zoals nǐmen en wǒmen. Het klinkt al minder als gekakel! Wat gisteravond betreft: de heel groep ging met Wybe eten in een hotelrestaurant (sic) vier bruggen verderop langs de Paarl-rivier. Gemakkelijk te lopen, maar omdat we in de buurt ook nog moesten pinnen en we de zaak bij elkaar wilden houden, toch maar per taxibusje. Kost een Westerling met 10 yuan (wèn) voor een € toch niet veel. Ik eet voor het eerst met Ine in klassiek-normale Chinese stijl met draaitafel. Nu begrijp ik waarom Jeroen steeds zei over het eten in Shanghai: “ik zag ‘slang’ of ‘schildpad’ voorbij komen. Ze komen op de draaitafel inderdaad voorbij. Onze eerste Kantongids, mevrouw Sandy, bakte er niet veel van. Hele slechte Engelse zinsbouw en onduidelijke uitspraak. Wel heel enthousiast met een goede uitstraling. Dus vandaag gaan we met een Chinees Kanton in. Op de terugweg klampte zich met handen en voeten een Chinees jongetje met bloemetjes om mijn linkerbeen op de stoep aan de boorden van de Parelrivier onder zwaargebladerde bomen vol schijnwerpers in kleuren gehangen. Het kind wilde centjes zien, maar kreeg er geen. Na enkele minuten en met hulp van Kim liet hij los, toen ik ‘bù xīng’ riep: niet doen, mag niet, is niet o.k. Zielig, maar kinderen horen niet geëxploiteerd.

Tenslotte in het parkje achter de moskee in Kow Loon: een witte zwaan met zwarte hals, pikzwart en wrattige snavelaanzet. Australisch zei het bijschrift. Wǒmen qù!

二〇〇六年四月 zie verder datum hiervoor.

21.35 uur : zelfde dag.

Terug van de grote toer Guangzhou vandaag per bus. Onze eerste vooraf betaalde excursie. De tempel van de 6 banyanbomen: een pagode van 9 verdiepingen met kloostergebouwen eromheen en monniken en ook veel bedelaars.

Ik ben de eerste van het gezelschap die een van die ± 10 sukkelaars één yuan geef en dan wordt ook door anderen de beurs getrokken. Het ging me echt door merg en been hoe vriendelijk deze stakkers naar ons lachten. Alsof ze er in het paradijs stonden met hun aluminium bedelbakjes. Er kwamen daar ook veel mensen wierookstokjes branden en met gevouwen handen bidden.


3 grote boeddha’s, een poortwachter en opzij links aan een hof een vrouwelijke die in reparatie was.


Onze gids Henry lijkt mij eerder een mannetje van de partij dan een echte enthousiaste gids. Hij komt niet op gang. Zijn Engels is kut en Wybe moet alles uit hem trekken en dan voor ons herhalen. Zie verder Capitool China blz 299, 2e kolom.

Kwomintang

Dan de gedenkhal van Sun Yat Sen, de grote verdrijver van de laatste Chinese keizer, stichter van de Kwomintang, brenger van de democratie, dokter/arts, met een westerse opvoeding enz. enz. We zien een soort groot Operahuis en een standbeeld. Een plaatselijke gids vertelt interessante politicologische en recent-historische verhalen. Henry staat erbij en kijkt ernaar, maar regelt wel de man. Ik bestel bij Henry een naamstempel voor 150 yuan. Hij brengt hem morgen mee, ik ben heel benieuwd of dat doorgaat. Want we vertrekken om 08.00 uur. De communisten hebben Sun overgenomen, overigens geboortig van Guangzhou, hoofdstad van Guangdong. Het enorme beeld, het grote plein, de opera enz. enz. We kopen wel sandelhouten beeldjes van olifant en poesje voor onze buurvrouwen Ria en Marij.

Snijwerk

Dan school en snijwerkmuseum van de familie Chen (Chen jia ci) jiā is familie en ci is gebouw. Zalen vol vazen (modern werk) kunstige ivoor- en botsnijwerken, houtsnijwerk en rechts opzij (vanuit de ingang) de slaapkamer van een dame, het studeervertrek van een deftige student en een entertainmentruimte voor gasten. Alles in het zwart. Een sfeervol gebouw. Ik heb een gesprek met Henry over de bonzaiverzameling ter plekke. Nee, zegt hij, geen Japanse techniek: Chinees en geen bonzai, maar béijǔn, potlandschap. Ik moet thuis de karakters opzoeken en het woord. Henry heeft nu al het 3e karakter van de lijfspreuk van Sun Yat Sen gekopieerd van de gevel avn zijn Memorial Hall. ‘De wereld voor allen, alles voor de wereld’ zou de vertaling luiden. (Volgen vijf moeilijk leesbare, want gekalligrafeerde karakters en nog eens vier voor de 6 banyanboom-tempel met de opdracht: zoek op en zoek ook op).

Tijgerklauwen

We krijgen niet helemaal duidelijk of dat Chen-gedeuns nog actief is. Worden er nog snijders opgeleid? Henry vertrouwt me toe tijdens het béijǔn-gesprek, dat het eigenlijk een gewoon, mooi museum is. Aha.

De lunch is in een aparte kamer met 2 ronde tafels. Lekker en veel met thee en bier. De Qingping markt is twee lange straten met tijgerklauwen, uitgebeend en gedroogd, schildpadden, schorpioenen en kruiden, kruiden en nog eens herbal medicine. Dan is er nog het gekke Shamian-eiland, een stukje G., afgesneden door kanalen. We zitten er een uur aan de thee met Mariska en Frans en kletsen heerlijk bij. Ik krijg geen twee ijsbolletjes in een bakje, maar twee in twee. Misverstand. We lopen één uur langs de P.-rivier terug tussen fruitverkopers en bedelende kleuters met rozen door. We kunnen ze afschudden. Niet een verkoopster met gele peertjes en 5 dikke zaden erin. Ine koopt een mango en ik de peertjes. Ook kopen we ons ontbijt al. ’s Avonds ontdekten we een informeel restaurant. Ik bestel T-bone en krijg ribbetjes. Bert Cohen een tafeltje verder: precies andersom. Ik roep de ober erbij, maar die reageert zo naïef dat ik het laat zitten. Wie klaagt er nu voor 60 yuan? Heel veel pret hebben we erover.

BUNTER

===============

Toelichting


Het gekke roostertje


Ik heb bij deze dagboekdag een kaartje geplaatst dat laat zien hoe kort Guangzhou (Kanton) bij Hong Kong (Xiang Gang) ligt. Beide steden zijn eeuwenlang de enige aanlandings en verblijfsplekken voor Grote Neuzen (buitenlanders) in het Chinese Keizerrijk geweest, zoals het eilandje Desima dat in Japan was voor de Hollanders.

Verder vond ik een afbeedling van een van de grote gouden boeddha's in de 6-banyan-tempel, de pagode, een tempelfront en een wierookbrandende en biddende Kantonees. helemaal aan het eind een kantonees straatbeeld met teksten in karakters en voor ons leesbaar pinyin. Vlak onder de foto van de gouden Boeddha staat in de tekst: "Onze 田 gids Henry enz." Wat doet dat gekke roostertje daar, zal de lezer zich afvragen. Welnu om interessant te doen wilde ik al jottende in mijn dagboek, aangeven in een Chinees karakter, dat we nu een mannelijke gids hadden. Welnu het Mandarijn/Chinese woord voor mannelijk is nan in de tweede, stijgende toon. Klinkt als nahan, maar dan iets vlakker en korter als de derde, daalstijgtoon. Alsk karakter ziet nan(2) er zo uit: 男。In het bovenste deel herken je het roostertje. Daarin zien de Mandarijnen een door ploegvoren doortrokken stukje akker of veld. Het komt ook alleen als karakter voor: 田 en kent dan de uitspraak tian in de tweede toon . Tiej`en met de scherpe e-klank van ons woordje ' ben ' klinkt dit woordje en het betekent akker, veld of kan ook een familienaam zijn. Van der Velde of Veldstra zouden wij zeggen, nietwaar? Het onderste deel van het nan-karakter 男 is ook weer een apart karakter: 力,dat uitgesproken wordt als 'li' (lie, dus) in de vierde, snelle valtoon, heel kort. Het betekent 'kracht' of 'sterkte'. Zo zien we dus dat het Mandarijnwoord voor mannelijk vanuit de karakterontwerper pictografisch de elementen kracht en akker of veld heeft meegekregen. Mannelijk is dus de persoon die zijn kracht op de akker gebruikt. Dat is heel logisch en begrijpelijk, maar voor westerlingen is daarmee de uitspraak nog een echte sprong in het duister: nan(2). Zoals gezegd, die moet je van je ouders hebben meegekregen en anders met je allang afgerijpte hersens gewoon van buiten leren, grote neus! En je ziet meteen dat ik al skribbelende alleen de bovenste helft van het nan-karakter paraat in mijn geheugen had. He, he, vandaar dus dat gekke roostertje.

Bunter, ditmaal eigenlijk Blunder

=======================


Geen opmerkingen: