vrijdag 19 september 2008

De Waerelt volgens Bunter VI

Opstaan, voor rechters en voor vrouwen, ook voor vrouwen pleiten, zoals deze bevlogen advocaat, getekend door Honoré Daumier in de negentiende eeuw, zo hoort het! Zet hem op, mr. Enait.

Bot en onbeschoft

Natuurlijk zijn alle mensen gelijk. Niet alleen voor de Rotterdamse advocaat Mohammed Enait, maar ook voor de geprivatiseerde energiebedrijven in Nederland. Van dit glorierijke beginsel, waarvoor zoveel dappere mensen hun leven lieten door de eeuwen heen, wordt vandaag de dag schandelijk misbruik gemaakt. De afdeling netwerkbeheer van de energiebonzen denken dat alle mensen op gelijke wijze belazerd kunnen worden met te hoge transportkosten voor gas en elektra. Nota bene een miljard euro tussen 2004 en 2009. Twee ergerniswekkende dingen: de Nederlandse Mededingsautoriteit (NMa), de nationale waakhond tegen flessentrekkerij en monopolievorming door bedrijven heeft deze tarieven vastgesteld. En het ministerie van Economische Zaken zegt dat feit al lang bekend was, dat het niet onrechtmatig is en dat het teveel betaalde niet kan worden teruggevorderd. Dàt wil ik nog wel eens zien.

Extraatje

Wat doet onze overheid dan? Mensen met een inkomen tot iets boven het minimum krijgen met de kerst een extraatje van 50 euro. Hier heb ik dus geen woorden voor. Eerst toestaan en bevorderen dat alle mensen belazerd worden en dan een deel van die mensen ook nog met een fooi afschepen. Ongelijker en doortrapter kan niet! En als die mr. Enait in Rotterdam deze feiten had aangehaald om niet op te staan als een Nederlandse rechter binnenkomt, dan zou ik geneigd zijn hem gelijk te geven. Het is echter duidelijk, dat mr. Enait zijn advocateneed van art 3. Advocatenwet op grove wijze geschonden heeft. Hij heeft eerbied gezworen voor de rechterlijke autoriteiten. Ik stel mij zo voor dat deze man om het goed te maken geheel staande en pro deo voor iedereen in Nederland een zaak aanspant tegen de overheid om die miljard euro, vermeerderd met negen procent wettelijke rente over vijf jaar terug te krijgen. Dat zou ik pas eerbied voor alle gelijke mensen noemen.

Wantrouwen

Ik ben geneigd generaliserende argumenten waarin de woorden ´alle’ of ‘gelijk’ of ‘mensen’ met het uiterste wantrouwen te bezien. Natuurlijk zijn niet alle mensen gelijk. Mensen zijn uniek in hun eigenschappen, niet alleen in hun DNA of hun vingerafdrukken, maar ook in hun karaktertrekken, hun persoonlijkheden en hun hebbelijkheden. Een vrouw is niet gelijk aan een man en omgekeerd. Daar gaat het niet om. Waar het wel om gaat, is de gevolgtrekking uit dat gegeven van fundamentele ongelijkheid. Wat doe je met verschillen tussen mensen? Is dat aanleiding om een standenmaatschappij in te richten, een bovenlaag van betere mensen in het leven te roepen? Of mogen vanwege die ongelijkheid vrouwen nooit managers worden en moeten ze geregeld geslagen worden en mogen ze pas met toestemming van hun man de straat opgaan? Of is het eigenlijke principe eigenlijk dit: natuurlijk lijkt geen enkel mens exact op een ander, maar dat mag geen aanleiding zijn om mensen anders te behandelen als het om fundamentele rechten, verdiensten, voorrechten en gunsten gaat? Hoewel alle mensen verschillen hoeft niemand zich beter dan een ander te voelen. Het zal allicht zo zijn, dat mensen met een grotere koppigheid, met een grote mond of veel spierkracht of mensen die goed met geld kunnen omgaan, rijker of beroemder of wellicht zelfs gelukkiger dan veel anderen worden, het mag geen politiek zijn, geen overheidsbeleid om dat nog eens extra in de hand te werken. Gelijke rechten en gelijke kansen voor iedereen, dat is een mooi ideaal.

Tegendeel

Iemand die zich op de gelijkheid van mensen beroept om niet te hoeven opstaan voor binnenkomende rechters, die zich immers ook in staande positie bevinden bij het binnenkomen, verdient dus sowieso wantrouwen. Mijn stelling is, dat vergaande argumenten van mensen vaak bedoeld zijn als hun tegendeel. Iemand die zegt: alle mensen zijn gelijk, dus ik hoef niet op te staan voor binnenkomende rechters, lijkt te bedoelen: Kijk al die anderen die opstaan zijn gelijk, maar ik ben een beetje beter, ik hoef dat niet te doen. Ik beschouw die rechters als mijn gelijken en ben dus beter dan de rest. Daarom ben ik ook zo razend benieuwd naar wat die merkwaardige jonge moslimadvocaat in raadkamer tegen de Rotterdamse rechtbank voor een verhaal heeft opgehangen. Die rechters beslisten namelijk dat hij het recht had te blijven zitten ondanks de advocateneed. In deze toch wel belangrijke kwestie blijft er een hoop in de mist op die manier. Het is zaak die mijnheer Enait in de gaten te houden. Wanneer hij vasthoudt aan zijn foute gedrag, kan de beroepsgroep gelukkig snel effectieve maatregels nemen. Schrapping van het tableau dwz verwijdering uit de beroepsgroep vanwege een ernstige overtreding is zo’n maatregel.

Dame

De strenge etiquette van vroeger schreef voor dat zittende mannen gingen staan, wanneer een dame de kamer, de zaal, het lokaal binnenkwam of een van hen aansprak. Dat zie je vandaag de dag nauwelijks nog iemand doen. Ik zie het vaak in oudere films en persoonlijk vind ik het een mooi gebaar van respect en aandacht. Opstaan en bijvoorbeeld je pet of hoed afnemen, wanneer je iemand iets vraagt of wanneer je aangesproken wordt… Wat zijn we met zijn allen toch eigenlijk bot en onbeschoft geworden…

Bunter

(Een kortere versie van deze verzuchting is op 14 september 2008 als column onder de titel ‘Gelijk’ in het Zondagsnieuws verschenen)

Geen opmerkingen: