zaterdag 18 oktober 2008

Chinees dagboek, deel XIV

Chinees dagboek, deel XIV


(zhōng)(guó) ()()()(shí)四(sì)()(fen)


Met Bunter op weg naar Beijing! XIV





873 stenen treden

op en ook weer af



Dus: 二〇〇六年四月二十九日

星期六,

2006, april, dag 29, zaterdag 22.30

Kamer 80202 van het Lishuijinsha-hotel in Lijiang. 丽水金沙客栈. Betekent zoiets als ” Waterput bij de boom” aan het beeldmerk te zien. De moeilijkste hotelnaam totnutoe.

Foto: Treedt binnen in 'helder water gouden zand'

Maar eerst nog even over onze laatste dag in Dali, de oude Bai-stad aan het zevende grootste zoetwatermeer van China: Er Hai. Om 11.00 uur komt een lokale gids ons, dat zijn Christiane Erens, Ernst van Raalte, Mariska Brouwer (uit Groningen-armband) en wij tweeën, halen. We moeten even tot buiten de stad lopen om onze paardentaxi te bestijgen. Ine wil in eerste instantie enkel naar de San Ta, de drie pagodes van Dali, 1000 jaar oud, denkt dat ik niet naar de kabelbaan durf, maar op het laatste moment besluiten we toch met zijn allen de berg van de Groene Jade-keten op te gaan. De arme paardjes hebben vreselijke moeite om de eerste aanloop naar de berg te halen. Hun hoeven glijden uit op het gladde asfalt en daarom zigzagt de voerman en jaagt ons beestje steeds de begroeide greppel in.

We gaan omhoog in rechte lijn in de zon, ik schat zo’n 500 meter hoger in een hangend tweezitsbankje, dat af en toe zeker 50 meter boven de grond bungelt. Soms maar een paar meter: ik zie bloeiende rododendrons en Chinese azalea’s op de helling en ook heel veel Chinese graven in u-vormige gangen de heuvel in. (tekening) We komen na ± 30 minuten heelhuids boven. Daar is een prachtig uitzichtpunt over Dali. We kopen er ook onze foto in de kabelbaan en bezoeken de zoveelste kleine tempel* (In de ondermarge genoteerd: * Zonghe Si). Er is ook thee en koffie en genoeg tijd om foto’s te maken. We zien vanuit de verte een tempelcomplex achter de San Ta en besluiten dat ’s middags ook mee te nemen. Ine is te ziek en te slap van de schijterij en gaat rusten in het Hotel. De drie pagodes, waar de paardentaxi ons weer heen brengt.

We vragen om een mini-busje, maar die uitgekookte Chinese voerlieden spelen dommetje voor 20 tot we uiteindelijk toch besluiten in hun krakkemikkige karretjes te kruipen. Achter de pagodes ligt een nog niet beschreven tempelcomplex tegen de berg op. Ik heb de naam niet opgeschreven, het complex met actieve monniken in zijgebouwen omarmt de San Ta, want je moet eerst de kloosterpoort binnen voor 121 loopt tegen de San Ta op (1x70 2x42 meter, uit 800 en ± 1000). En dan gaat het door zeker 20 tempels, grote en kleine, poorten en langs 2 tempelvleugels met telkens 500 vergulde Boeddha-volgelingen – de nobelen zie Bamboetempel bij Kunming en ook de surfers – wel 873 stenen treden omhoog tot op de derde of vierde verdieping van de laatste pagode-toren, van het balkon waarvan je een prachtig uitzicht hebt over het gehele steile complex. Pas in 2005 helemaal gereed gekomen. In de op 3 na bovenste tempel lopen gele en oudere bruine en geelbruine monniken te zingen en op gongen te slaan. Een hele processie van 15 stuks. Ze gaan ook in een vierkant voor de Boeddha staan en maken kowtows (hoofd tegen de grond.

Daar haakt Christiane met haar rokerslongen af. We zien haar niet meer op de terugweg. We missen ook de golfkartrammetjes en Ernst en ik tellen 873 treden op de terugweg. Een onvoorstelbaar mooi complex, moet miljarden gekost hebben en hoe hoger je komt, hoe minder Chinese schreeuwgidsen en kwaaktoeristen. We gaan naar huis, onze paardentaxi blijkt op ons gewacht te hebben. In ons ontbijtrestaurant zitten een heleboel bekenden; daar vallen Ernst en Mariska neer en ik ga Ine ophalen. Zij belde net met Wybe die de berg, onze berg opgerend is en weer af om onze vermissing te melden, omdat doorgerookte Christiane paniek getrapt heeft. Ze drukt net af en ik draai de hotelpoort in. Wybe weer teruggebeld. We eten heerlijk met Ernst en Mariska (steaks met paddestoelen, uien en zwarte peper) en Ine groentetjes zonder vet.

Het vertrek uit Dali is droog , maar benoorden het meer gaat het omhoog het gebergte in en het begin (sic) behoorlijk te plenzen. Onderweg zien we een ernstig ongeluk met een busje(ambulances en bloed op strraat) een auto door de roodwitte afzetpalen bij een ravijn en nog twee tegen elkaar geslipte busjes. Onze chauffeur rijdt ferm maar voorzichtig en ook het bagagebusje blijft op de weg. Onderweg plaspauze achter een enorme supermarkt vol met echte jade armbanden, flinters jade in alle kleuren als hanger en ga zo maar door. Een enorme, grote tent vol met hetzelfde. Onvoorstelbaar. Om 8.35 uur vertrokken na een surpriseparty voor Mariska Brouwer die donderdag 27 april jarig is en en prachtige tijgertaart krijgt ( kosten 60 yan! (sic)) met 21 kaarsjes. Verplicht wekken om 06.00 uur en allemaal ontbijten samen in Old Wooden House in het centrum van Dali.

Foto: Lijiangs Naxi-orkest, prachtig!

Na aankomst in Lijiang geeft Mariska een borrel in de Tibetaan van L. na afloop van een concert van oude Naxi-muzikanten (strijkers, gong, fluit cymbaal, zangsolo’s, grote gitaren, snarenbordjes, vergezeld van een lezing van een 77-jarige professor over deze indrukwekkende, ook aan de Cult. Rev. Ontsnapte muziekvorm van het Naxi-volk. Het maakt veel indruk op me, vooral de opgewekte uitstraling van stokoude heertjes (entree 140 yuan). En we dragen elk 100 Euro bij aan de pot van Wybe. De Naxi-muziek wordt zonder dirigent gespeeld. Een gonger met een tafelrek vol metalen gongetjes in diverse toonhoogtes geeft de melodie aan en telt ook af voor het begin. ± Vijf Naxi-vrouwen zingen keihard en hoog. Ik hoor van Wybe dat de Naxi-taal de enige, nog levende pictogram- of hieroglyphentaal is op de wereld. Hoe interessant!

Een romantische, want niet scherpe afdruk van een beeld uit het Zwarte Drakenpark

Vandaag, zaterdag 29 april 2006. Hebben we drie Naxi-taalboekjes gekocht, heerlijk rondgehobbeld in het Zwartedrakenpark(Heilong Tan) met prachtig vergezicht op de Jadedraak Sneeuwberg van 5600 meter, de laatste uitschieter naar het Oosten van de Himalaya (Yulong Xue Shan). We lunchen met hamburgers en frites, slapen een uurtje van 3 tot 4, doen nog leuke inkopen voor Pepijn en Mieke (zijde!) en het beste nieuws is dat Ine haar mobieltje weer vindt tussen de vuile sokken in het schoenentasje! De 5 mensen die 6 uur in de bus gezeten hebben en 3 uur getijgerd in de Leaping Tiger Gorge komen behouden terug. Anderen bezochten de befaamde dokter Ho in een naburig dorp op de fiets en dan stop ik 5 voor 12. Gauw de elektrische onderdeken aanzetten. Gedouchet ook, geschoren, tanden gepoetst en opgewekt! We gaan een nacht en een dag bussen en treinen!

BUNTER


Toelichting:

Vooral op de naam van ons hotel in Lijiang. Toen ik de naam kopieerde in Chinese karakters, zat ik in mijn eerste jaar Mandarijn. Ik ben nu in mijn vierde jaar en al iets verder in het lezen en opzoeken van karakters, omdat ik in de loop van de cursusjaren via Internet en allerlei gespecialiseerde Internet-boekhandels een schat aan ‘Chinese tools’ heb verzameld.

Zo zag de naam van ons hotel er uit: ()(shuǐ)(jīn)(shā)()(zhàn) . Het eerste karakter li in de vierde toon betekent helder, mooi of knap, vooral van vrouwen of meisjes gezegd, maar het is ook het eerste karakter van de plaatsnaam Li jiang 丽江, dat op zich weer ‘mooie, brede rivier’ betekent. Het tweede karakter shui in de derde toon (sjweehee, uitgesproken) is ‘water’. Het derde, jin in de eerste toon (hoor: dzjien) is zeer bekend, staat voor ‘goud’ en het vierde (sha, hoor sjaa, in de eerste toon) betekent ‘zand’, ook korrelig en grof. De laatste twee karakters tenslotte, ke zhan, (allebei korte vierde toon) duiden samen de aard van de zaak aan: taverne, zeg maar klein hotel met eetmogelijkheid, ook wel gasthuis. We zien dus dat het onbuigzame Chinees hier schijnbaar een aantal losse begrippen naast elkaar plaatst, waarvan de context met ons westers brein gegist moet worden. Ik zou kiezen voor: helder water gouden zand Taveerne. Of het eerste karakter voor de plaatsaanduiding Li Jiang houden. Maar dan komt shui in de lucht te hangen.

Het kan ook goed zijn dat deze vier eerste karakters samen een citaat, gezegde of spreekwoord uit de klassieke Chinese taal vormen, bekend bij veel goed opgeleide Chinezen. Ik heb het in mijn dikste Chinese woordenboek niet gevonden!

En zo blijft het heerlijk stoeien met deze mysterieuze taal.

B.

Geen opmerkingen: