vrijdag 24 oktober 2008

Chinees Dagboek deel XV





Chinees dagboek, deel XV

(zhōng)(guó) ()()()(shí)()()(fen)

Met Bunter op weg naar Beijing! XV




Midden tussen de

Chinezen komt

Dafo in beeld


二〇〇六年五月一日星期一,

Maandag, 1 mei 2006 Leshan, Jiazhou Hotel***

17.20 uur

We zijn eindelijk in een echt Luxehotel aangekomen, maar we hebben er wel iets voor moeten doen, hoor! Op de ochtend van Koninginnedag, zondag 30 mei (sic, moet natuurlijk april zijn!) vertrekken we uit ons romantisch-chaotische hotel in LiJiang in het land van de Naxi te voet naar een grote bus om ½9, op de grote weg rechtsaf bij het plein van de houten waterraderen. Ik moet nog denken aan de stokoude opa en oma Naxi, die plotseling uit het niets verschenen in het groen aan de vijver van de Heilong, de zwarte draak. Zonder iets te zeggen maakten ze duidelijk dat ze voor een paar centen (20 ) met ons op de foto wilden. Ine vrijwilligt. Intussen rijden we met en ervaren chauffeur het gebergte in tot duizelingwekkende hoogten. Het zijn duidelijk de uitlopers van Hymalaya waardoor de Jangtsekiang stroomt; op Wybe's kaart staat Jinsha-rivier, maar de chauffeur zegt Jangtsekiang. Net zoals ik op de terugweg van het Heilongpark in LiJiang de nam van Mao in het Chinees kopieer van een van de weinige grote standbeelden in dit enorme land op Mao-square:

毛泽东 Mao ze Dong + 80976 2e karakter; 3 druppels. Zo kopieer ik bij de eerste fotostop ook een paar enorme karakters , uitgehakt in de bergwand, waar vrachtauto’s als piepkleine dinkytoys over een weg naar en van de mijn rijden: 水保 Echt iets om uit te puzzelen in mijn nieuwe woordenboeken die ik in Beijing ga kopen. De dieptes in dit gebergte worden al maar ijzingwekkender, de vergezichten ook, net als de bochten. Het wordt Ernst van Raalte allemaal te veel. Na zijn Tiger Leap Gorge uitspatting van zaterdag 29/4, moet hij krijtwit de bus verlaten en zijn ontbijt uitbraken langs de weg voor het front van de troep. Al na een nuurtje. Hij heeft de hele dag niet veel meer te missen, ocharme. Gelukkig overkomt het ons niet , want ons laatste ontbijt was heerlijk bij Don Pappa, het eerste Franse restaurantje dat we in het grote China tegenkomen en waar we de laatste avond in popperig Lijiang een heerlijke Spaghetti Bolognese (Ine of course) en ik een voortreffelijke pizza (Meat lovers) met 4 soorten vlees savoureer. We nemen geen toetje. Ik drink wel een Jack Daniels Wiskey van te voren als aperitiefje. Het ontbijt twee spiegeleieren, croissantjes, jam en weer heerlijke thee, is van hetzelfde niveau. Verder gaat het en we ontdekken dat we in het steenkoolgebied van China terecht zijn gekomen. Steeds meer blauwe vrachtauto’s op de bochtige weg, die onze chauffeur vaak behendig weet in te halen. Niet meer dan twee of 3 noodstops zijn nodig om ons veilig door de bergen te brengen. We zijn om half negen vertrokken, een uur later, omdat Wybe een niet zo beste annonce had, We moeten met de hardsleeper naar Emeishan, omdat onze lokale agent een fout heeft gemaakt. Veel reisgenoten vinden het niet leuk: slapen in een warme, propvolle coupé-trein met zijn drieën boven elkaar en met weinig bescherming voor lijf en goed . òaar eerst moeten we in Panzihia, een lelijke industriestad met veel mooie bruggen over de rivier en fel-oranjerood bloeiende flamboyantbomen, nog zien te halen. De catering is een klein probleempje. De chauffeur zet ons af bij een vies wegrestaurantje. Iedereen schreeuwt om koffie, maar dat is er in de binnenlanden niet. Ik koop een flesje cola en ik krijg een kartonnen bekertje thee van groene blaadjes voor nop erbij. Ik vraag naar de naam van het gehucht en de dochter van de eigenaar schrijft voor mij in mooie karakters de naam op Yǒng shì, zo hoor ik Joengshuh: ? Uitzoeken thuis dus. Om kwart voor twee treffen we een mooi restaurantje voor de lunch. Christiane Erens grijpt onmiddellijk naar de sigaret en probeert naast me te komen zitten en roken tijdens het eten. Jij bent ook een roker zegt ze tegen mij. (Mijn laatste sigaartje – Hajenius-bolknakje – dateert van zaterdagavond in Lijiang op de omgang rond de kamertjes op de eerste verdieping, lezend in Wilde Zwanen bij schemerlicht en duisternis en de verhalen. beneden in het hofje horend over de Tijgerkloof, hoe koloniaal toch, levend als God in China, als pang laowai!) Christiane wordt Hollands bot door anderen naar buiten verwezen en we lunchen voortreffelijk met spinazie, vis, kip, rundvlees. En het is te merken dat we in de hete Sichuanstreek van China zijn: veel dingen zijn erg pittig, lā heet dat op ze Tsinees. Onze laatste stop is een plaspauze in the middle of nowhere. De dames in ganzemars tussen grote kippen en eenden door naar een schone plaswc. (Zoals die bij de buren van het Tibetan Lama House in Lijiang, waar een grote gele brief hing met zwarte letters: No shitting in this toilet. Ik heb zelf een ‘p’ geschreven boven de ‘h’: no spitting. Want dat is toch wat veel mannen en vrouwen hier nog steeds in het openbaar onbeschaamd en openlijk doen: hun keel luidruchtig schrapen en dikke fluimen of kwalsters uitspugen. Zoals ze ook heel lief zijn voor hun werkelijk schattige kabouterkindjes met hun kruisloze broekjes en blote piemeltjes.) Ik wordt beknord door Wybe omdat ik als laatste in de bus ben na een gesprekje met zijn opa en kleindochter en het plukken van mispelbloesem en grote mimosapeulen (3) voor de chauffeur. Het lot slaat terug. Annerl uit Oostenrijk die een paar flamboyantbloemen voor haar man Bert plukte en in een half flesje water bij Wybe in de bus als verrassing in bewaring gaf voor haar jarige man, ziet dat flesje plotseling omkukelen in Wybe’s reisrugzak met papieren en reisapotheekje. Wybe verliest zijn zelfbeheersing en gromt van woede twee keer. Hij sopt zijn rugzakje uit en gooit zoveel mogelijk natte spullen weg. Alleen zijn naaste buren merken er iets van. Ja, we halen de trein om 19.30 uur, hebben nog 12 minuten over en dan hebben wij met nog 3 of 4 andere reisgenoten noch (sic!) avondeten gehad voor 85 in totaal in een chique restaurant bij het station.


Foto: 0 privacy in de hardsleeper, maar heel gezellig voor Chineessprekenden!

In wagon 4 strijken 4 mensen neer, In wagon 5 11 midden tussen de Chinezen. Er is 0 (dubbel onderstreept) privacy, maar wel volop contact met veel mensen. Ik laat mijn Chinees weer los met succes. De 15-jarige Wáng Shì qí, die zichzelf Michael noemt of Mikel op ze Engels legt uitgebreid contact met zijn oom (vaderskant) erbij. 王诗棋 Wáng shī qí zo stelt hij zich voor in mijn boekje. Steenkooldagbouw, en geitenhoeders en runderherders. Het laatste deel van het landschap allemaal rokende schoorstenen.


Foto: Steenkooldagbouw: een smerig bedrijf.

23.40 uur Leshan van fabrieken, koolmijnen en zelfs steenkoolwinning in dagbouw uit pikzwarte heuvels en hellingen. We zien soms ook geitenhoeders en runderherders.


Foto: geiten met hun hoeder

De treinreis in de hardsleeper is een interessante ervaring. (in de marge een primitief tekeningetje van de indeling van een coupé tussen gangpad en raampje) We zitten weliswaar bij elkaar met zijn elven in twee coupé’s maar wel midden tussen de Chinezen. De paniek slaat even toe als er plotseling een Chinese vent op mijn bovenste bed kruipt en gaat slapen. Dat is niet de bedoeling van ons, maar uiteraard heeft hij wel het goede kaartje rood met de aanduiding shāng voor boven, terwijl onze reisbegeleider denkt dat de kaartjes (xià) met ‘boven’ zijn. Niet dus. Ik verhuis na verontschuldigingen naar het midden want we hebben maar 5 plekken in die coupé. Shī qí verricht nuttige tolkdiensten. Het slapen gaat niet echt geweldig. Het is warm in de coupé, (niet heet!), de ventilator is uit en de gangraampjes moeten dicht en af en toe komt er een urinewalmpje uit het smerige toilet langs. Een poep- en piesgat voor 10 x 6 mensen! Ik hoef er gelukkig maar een keer uit; Ine 3 keer. Toch redelijk gebroken en na een gek ontbijt in de trein met pittige noedelsoep (groen) stopt de trein tegen negen in Emeishan. Onze gids Cheng (±35) brengt ons naar het hotel maar bakt er in Leshan niet veel van. Hij is als ‘beschaafde‘ Chinees niet opgewassen tegen een ongeduldige Wybe. Hij beheerst zijn Engels niet echt, wil meer van ons over Holland weten dan hij ons over Leshan kan vertellen. Vreemd. Zit wel goed in zijn karakters. Hij vertelt ons over de verschillende afbeeldingen van de vrouwelijke Boeddha die een soort Sterre der Zee-functie voor de vissers heeft rond Leshan.


Foto: Dafo, gezien vanaf het water.

Maar hij kan niet uitleggen dat Dafo (Tafo of tafu) de grote Boeddha is. De planning wordt een ramp in dit Boeddha-park. We moeten eerst tig trappen omhoog om bij de kop van B. te komenen als we dan even rondkijken daarboven alvorens af te dalen, heeft er zich een rij van duizenden Chinezen voor de trap gevormd die allemaal honderden meters lang, met het smalle trapje naar beneden willen. Wij bekijken de oudste tempel ter wereld, lezen de goede Engelse uitlegborden en dan valt het besluit om voor 50 p.p. extra een speedboot te nemen over de rivier net voor de kolos van de Boeddha. Dat beld maakt indruk, maar mooi is het niet. De Chinezen blijven in de zon uren in de lange rij staan. Wij niet: de speedboot brengt ons naar de stadskant en daar nemen we voor hele 10 de fietstaxi of bedjajah. Ha Ha. Om ½4 terug en dan tijd voor schrijven en slaapjes. Het was een vermoeiende dag na een trip in dat hardsleepertreinbed . Welterusten (00.20 uur)

Bunter


Toelichting: geen toelichting, behalve dat in deze aflevering van het reisverhaal mijn Chinese schrijfkunst hapert en ik zelfs nu niet meer kan reconstrueren op plekken om welke karakters het ging/gaat. Dat irriteert me.

B.


Geen opmerkingen: