woensdag 2 juli 2008

Waarom toch?

Waarom toch die blog, jong? Die vraag heb ik mezelf gesteld, nu zelfs mijn dierbaarste geestelijk bezit -- mijn zuurdesemrecept, dat mij in leven houdt – nog op geen enkele reactie mocht rekenen, zelfs niet van de persoon die er mij drie weken geleden, vlak voor mijn pre-vutverscheiden er uitdrukkelijk naar vroeg. Is het dan enkel ijdelheid in de Multatuliaanse zin van : ‘Ik wil gelezen worden´ met de toevoeging ‘nu eenmaal’. Een soort verslaving?
Welnu: ik wil in de eerste plaats voorkomen, dat mijn terugtreden uit het arbeidsproces een soort mort civile ten gevolge heeft. Een soort doodzwijgen, waaraan ik zelf meewerk. Na een vrij pittig gevecht met mijn laatste opperplantage-eigenaar heb ik mijzelf het recht verworven om een freelancerbestaan op te bouwen met bijdragen aan andere regionale media, al dan niet in columvorm. Er is geen zogenaamd concurrentiebeding in mijn vel geprikt en daarom bereik ik per 1 augustus de echte vrijheid. Ik ben op dit moment nog bezig mijn laatste twee vakantiemaanden op te maken onder een nog steeds van kracht zijnde CAO met het beruchte, middeleeuwse artikel acht: geen publicatie elders dan na schriftelijke toestemming van de opperkoffieplanter. Weigering mag alleen als er concurrentie in het geding is. Alsof concurrentie niet de beste economische drijfveer is die er bestaat. Soit!
Dagboek
En je hebt toch ook een dagboek, al jaren? Waarom dan nog een blog?! In mijn dagboek lees alleen ik: daarin gaat het over een diepere laag van mijn bestaan en over onverbloemde kwalificaties van personen die ik ontmoet. Dat hoeft bij mijn leven niemand anders te lezen. In mijn dagboek schrijf ik met mijn kostbaarste bezit, een gouden Parker/Duofold-vulpen. Mijn blog doe ik met het toetsenbordje van mijn Toshiba-schootscherm. Ik krijg die Amerikaanse termen niet uit mijn blokjes getimmerd. En nu doet zich het biologische feit voor, dat mijn stijl via de letterblokjes van mijn toetsenbordje zich veel sneller ontwikkelt. Dat het schrijven veel sneller gaat en de associaties en invallen als het waren groeien als haren van een penseelschimmel, als die eenmaal het juiste milieu getroffen heeft en de twee gameten zich verenigd hebben.
Er staat inderdaad gameten en niet gaanwe-eten, wat we toch wel gaan doen, vandaag. Gameten zijn geslachtscellen die na samensmelting een nieuw individu kunnen laten groeien. Gameten van vrouwen heten eicellen, van mannen heten ze foutief zaadcellen. Mannen hebben geen zaad, beste lezers, mannen hebben stuifmeel net als de meeldraden van rozen en al die andere prachtig bloemen in de natuur. Basta, maar dit geheel ter zijde, natuurlijk.
Daarom dus, ik vat samen: kinderen uit huis als vleugelnoten, schrijfdrang anders dan in het geniep van een geheim dagboek, pre-vut-vrijheid en de toetsenbordtechniek die althans in mijn synaptisch systeem tot snellere associaties leidt. Maar er is meer! Ik ben geen navelstaarder die zijn eigen zinnetjes rijgt en ze vervolgens als Bijbelteksten vereert. Ik ben vooral benieuwd naar wat zoveel mogelijk anderen vinden. Om daar weer op te reageren.
Geilaard
Zo schreef mij als tweede reagente Tineke Tuynbroecke heel boos. Ik ken haar al van de derde klas lagere school van in de klas bij de muzikale meester Köllner in het Maastrichtse Wijckerveld (Don Bosco-school, inmiddels totaal gesloopt aan de Noormannensingel!). Ze was als door een wesp gestoken door een opmerking bijna aan het einde van mijn lange lembasrecept. Een kopje koffie, schreef ik en dan begint het mannenwerk. Ik bedoelde natuurlijk het kneedwerk van de deegmassa, waarvoor je vrij veel spierkracht in handen en vingers moet hebben. “Jij dacht natuurlijk aan het kneden van vrouwenborsten, geilaard, maar dat kunnen vrouwenhanden ook heel goed, jij mannelijk chauvinistisch zwijn” En zo ging Tineke Tuynbroecke nog een heel tijdje door in steeds vlammendere taal die voor een nette blog, zoals de mijne, absoluut niet geschikt is. Ik weet intussen dat Tineke, van mijn leeftijd uiteraard, is uitgegroeid tot een pracht van een pot, als ik dat zo positief mogelijk mag zeggen. En zij staat pal voor haar ‘Einstellung zum Leben’. Daar doe ik ook niks aan af. Sorry, liefste Tineke, ik dacht hier dus niet aan borsten, maar aan spierkracht in de hand. En kneden is in dit verband ook niet lustverhogend, maar dient om lucht in de deeg te brengen om melkzuurbacillen en wilde gisten energie te leveren om hun werk te doen: het doen rijzen van de massa middels uitstoot van kooldioxide in piepkleine belletjes.
Nog een laatste waarom: ik heb jarenlang in De Limburger en later in de twee Limburgse kranten een column geschreven, een per week, waarvan de omvang om mij onbegrijpelijke redenen steeds korter moest worden. Eerst onder de naam Bunter, de naam die ik ook nu weer als nom de plume gekozen heb. Een van de vorige opperkoffieplanters bij de krant , wiens naam ik gelukkig totaal verdrongen heb, omdat hij gewoon niet deugde en achteraf ook ziek bleek, omdat hij niet tegen zingen kon, verbood het gebruik van pseudoniemen.
Kopdoekjes
In die columns ben ik geregeld te keer gegaan tegen onverdraagzaamheid ten opzichte van de medelanders, Chinezen, Marokkanen, Turken, Ghanezen, Surinamers en ga zo maar door. Ook heb ik me verschillende malen gemengd in die onzinnige kopdoekjesdiscussie. Ik heb onlangs gemerkt dat dat nog steeds nodig is. Tijdens een verenigingsfeestje in mijn dorp was daar plotseling weer het kopdoekje op tafel en oh, die vond het verschrikkelijk en die belachelijk en zus en me zo. Van de kant van mensen, nota bene, die ik hoog acht en die mij de sandalen aan de blote voeten deden losgaan. Hoewel ik totaal onaangenaam verrast was, heb ik me er niet mee bemoeid en mijn mond stijf gehouden in twee streepjes: dat kost me enorme moeite en gelukkig woei het onderwerp toch nog snel over. Ik besloot te blijven zitten en een paar limericks te doen. Dat is mijn hobby. Als mensen uitgelachen zijn om al die vunzigheid, willen ze het versje altijd op papier hebben. Dat kan niet, want de traditie van limericks is absoluut mondeling. Wie ze niet kan onthouden heeft gewoon pech. Alleen hier in mijn blog maak ik een uitzondering: Hier komt-ie, omdat-ie zo toepasselijk is:

Een monnik bedacht in Calcutta
’t wordt hoog tijd, dat ik met de VUT ga.
Want ik heb zoveel zaad
na een lang celibaat.
Ik staar, heel gênant, elke kut na.

Deze is veel te goed om van mezelf te zijn. Neen, neen hij staat in het boekje ‘Van hot naar haar/100 pikante limericks’ van de hand van mevrouw Clothilde Gaugaud Parici, uitgegeven door LJ Veen, Amsterdam/Antwerpen in 2004, ISBN 90 204 0108/831. Dit boekje, het moet nog te krijgen zijn, staat vol vunze, maar perfect lopende limericks die voor hun Engelse parallellen niet onder doen. Een absolute aanrader voor feesten en partijtjes, vooral als Wilderismen over kopdoekjes de kop opsteken. Nogmaals: er is niks mis met kopdoekjes. Net als met onderbroeken, beha’s, vestjes, schoenen, veters en ga zo maar door.
Vauten
Nu had ik nog een technisch probleem: ik heb een hekel aan tikfouten, omdat er ik zoveel maak of laat staan en daar bijna 34 jaar lang terecht voor op mijn kopdoekje gehad heb. Vandaar ook die kleine wedstrijd in mijn eerste blog: zoek de typefout. Ik dacht dat ik er één niet gezien had, maar het waren er wel drie! Nu functioneerde de spellingscontroleur nog niet op mijn blogspot en ik heb nog nergens kunnen vinden hoe ik achteraf de vauten (!) kan verbeteren. Vandaar dat ik nu mijn tekst maak in Word en die vervolgens met copy en paste overbreng in het blogvenster. Tikvauten gaan dus afnemen. Ik heb inmiddels gevonden hoe ik chteraf kan verbeteren en bewerken. Blogspot, habe Dank! Inmiddels breekt hier een fantastisch hoogzomeronweer los. Ik word erdoor afgeleid en stop dus nu. Tot bloggerdeblogs.

1 opmerking:

Anoniem zei

Heb je blog gevonden nog niet goed gelezen.
Nogmaals bedankt voor de koffie en de koekjes, de Pieterpad lopers van
21-07-08. Het gaat jullie goed.
Als je je e-mail adres erbij zet kunnen we mailen?
P.S.
Iets voor je plaatselijke blaadjes"Valkenburg"?
Direct na Valkenburg veel hondenuitwerpselen op de paden, echt waar. Nergens vanaf Pieterburen hondenuitwerpselen op het Pieterpad.
Mooi artikel in een plaatselijk blad, Valkenburg en omstreken?
Groetjes, de Pieter vrienden.